Rechtspraak
Uitspraakdatum
04-10-2021
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2021:389
Zaaknummer
21-609/AL/MN
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 4 oktober 2021 in de zaak 21-609/AL/MN naar aanleiding van de klacht van:
klager oververweerder
De voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) van 16 juli 2021 met kenmerk Z1321535/MV/SD, door de raad ontvangen op diezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 4.
1 FEITEN Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten. 1.1 Klager is lid van de FNV en hij heeft zich tot de FNV gewend met de wens een procedure te voeren tegen de Nederlandse Staat wegens het niet indexeren van zijn pensioen. 1.2 Verweerder is als advocaat in loondienst bij de FNV en verbonden aan FNV-advocaten. Vanaf 1 oktober 2020 heeft verweerder klager in deze zaak bijgestaan. 1.3 Na de opdrachtbevestiging heeft er een e-mailwisseling plaatsgevonden tussen klager en verweerder over aanvullende stukken en over de door klager gewenste procedure. 1.4 Bij e-mailbericht van 3 december 2020 heeft verweerder zich als advocaat van klager onttrokken en klager er op gewezen dat hij zich tot een andere advocaat dient te wenden indien hij door wenst te gaan met de zaak. 1.5 Op 15 januari 2021 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
2 KLACHT 2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende. a) Verweerder heeft niet als onafhankelijke advocaat opgetreden. Verweerder is nadrukkelijk advocaat voor de vakbond en de vakbond heeft een ‘pensioendeal’ met minister Koolmees afgesloten. b) Verweerder heeft niet de werkzaamheden verricht die klager aan verweerder gevraagd heeft te doen.
3 VERWEER 3.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
4 BEOORDELING Ad klachtonderdeel a) 4.1 Klager heeft zijn stelling dat verweerder niet als een onafhankelijke advocaat heeft opgetreden, naar het oordeel van de voorzitter onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat verweerder werkzaam is bij FNV en FNV een ‘pensioendeal’ met de minister heeft gesloten, kan naar het oordeel van de voorzitter niet dat oordeel dragen. Daarbij komt dat klager van aanvang af wist dat verweerder werkzaam was bij FNV. Nu ook overigens geen feiten of omstandigheden zijn gebleken waaruit volgt dat verweerder niet onafhankelijk zou zijn en verweerder dit uitdrukkelijk en gemotiveerd heeft betwist (onder meer door te verwijzen naar een professioneel statuut dat zijn vrije en onafhankelijke beroepsuitoefening garandeert), zal de voorzitter dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond verklaren.Ad klachtonderdeel b) 4.2 De tuchtrechter heeft mede tot taak de kwaliteit van de dienstverlening te beoordelen indien daarover wordt geklaagd. Bij die beoordeling geldt dat de tuchtrechter rekening houdt met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. De vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en de keuzes waar hij voor kan komen te staan zijn niet onbeperkt, maar worden begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Aan de hand van deze maatstaf zal de voorzitter de klacht beoordelen. Daarbij wordt opgemerkt dat binnen de beroepsgroep wat betreft de vaktechnische kwaliteit geen sprake is van breed gedragen, schriftelijk vastgelegde professionele standaarden. Tot de zorgvuldigheid van een redelijk handelende en redelijk bekwame advocaat behoort onder meer het voorlichten van de cliënt over de te voeren procedure, het toesturen in concept van processtukken en het informeren van de cliënt over de proceskansen en kostenrisico’s. 4.3 Klager heeft nagelaten om zijn verwijt over de dienstverlening van verweerder met concrete feiten te onderbouwen. Het enkele feit dat verweerder een ander (juridisch) standpunt heeft dan klager, is niet voldoende om verweerder ten aanzien daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Naar het oordeel van de voorzitter duidt de klacht er vooral op dat tussen klager en verweerder sprake was van een vertrouwensbreuk vanwege een meningsverschil over de behartiging van zijn belangen. Anders dan klager zag verweerder geen heil in het voeren van de door klager gewenste procedure. Verweerder heeft, nadat klager er niet mee instemde dat verweerder het dossier zou sluiten, ervoor gekozen zich daarna als advocaat te onttrekken. Verweerder heeft daarmee niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Nu ook overigens geen sprake is van verwijtbaar handelen door verweerder als voormalige advocaat van klager, zal ook dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond verklaard worden.
BESLISSING De voorzitter verklaart: de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
Aldus beslist door mr. J.U.M. van der Werff, voorzitter, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 4 oktober 2021.
Griffier Voorzitter Verzonden d.d. 4 oktobr 2021