Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-12-2021

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2021:223

Zaaknummer

21-866/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft klagers gegevens alvast ingevuld op een aan klager toegezonden machtigiging. Verweerder mocht over deze gegevens beschikken en mocht deze ook voor dit doel gebruiken.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenboschvan 21 december 2021

in de zaak 21-866/DB/ZWB

naar aanleiding van de klacht van:

 

klager

 

over:

 

verweerder

 

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: de deken) van 1 november 2021 2021 met kenmerk K21-068 (1470063), door de raad per e-mail ontvangen op 1 november 2021, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 13.

 

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.

1.1 Klagers moeder is in 2016 overleden. Klager en zijn broer hebben een geschil over de wijze waarop de nalatenschap moet worden verdeeld. De broer wordt bijgestaan door verweerder.

1.2 Tot de nalatenschap behoort een Spaanse bankrekening. Klager en zijn broer hebben overeenstemming bereikt over het opheffing van deze bankrekening.

1.3 Bij e-mail van 22 januari 2021 heeft verweerder aan klager onder meer geschreven:

“Bijgaand treft u een machtiging ter ondertekening aan waarmee cliënt de Spaanse rekening (mede namens u) kan opheffen. Graag ontvang ik de machtiging per ommegaande ondertekend retour.”

De (geanonimiseerde) machtiging maakt onderdeel uit van het klachtdossier.

1.4 Op 18 juni 2021 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:

Verweerder heeft klager een machtiging gestuurd waarbij hij gebruik heeft gemaakt van klagers persoonsgegevens, welke persoonsgegevens niet door klager aan verweerder zijn verstrekt. Verweerder heeft klager gevraagd een kopie van zijn paspoort over te leggen.

Klager heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht:

2.2       Verweerder heeft klagers persoonsgegeven ingevuld op een machtiging, terwijl hij klager direct een blanco formulier had kunnen opsturen. Nadat klager protest aantekende tegen het gebruik van zijn persoonsgegeven, heeft verweerder aangegeven dat hij een blanco formulier aan klager wilde toesturen. Verweerder heeft gegevens gebruikt waarover hij eigenlijk helemaal niet zou mogen beschikken, zoals klagers paspoortnummer en NIE-nummer (Spaanse BSN-nummer). Klager heeft deze gegevens niet aan verweerder verstrekt. Dit alles klemt te meer nu klager verweerders cliënt verwijt dat hij in het verleden onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van persoonsgegevens en kopieën van identiteitsbewijzen.

 

3 VERWEER

3.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

 

4 BEOORDELING

Klachtonderdeel a)

4.1 Vast staat dat verweerder klager een (deels) ingevulde machtiging heeft toegezonden met het verzoek aan klager deze te ondertekenen. Op deze machtiging waren reeds persoonlijke gegevens van klager ingevuld. Klager is kennelijk van mening dat verweerder niet over deze gegevens mocht beschikken en deze ook niet mocht gebruiken voor een dergelijke machtiging. De voorzitter volgt klager niet in die stelling. Verweerder stelt de betreffende gegevens van zijn cliënt te hebben gekregen, danwel te hebben gehaald uit stukken die hij van zijn cliënt heeft ontvangen.  Dat verweerder over de betreffende (persoonlijke) gegevens van klager beschikte, is dan ook niet klachtwaardig. Evenmin is het vooraf (deels) invullen van de betreffende machtiging klachtwaardig. Verweerder heeft de betreffende persoonsgegevens niet gebruikt, maar slechts ingevuld op een nog door klager te ondertekenen en daarmee te gebruiken machtiging. Dit klachtonderdeel is dan ook kennelijk ongegrond.

Klachtonderdeel b)

4.2 Klager verwijt verweerder dat hij klager heeft gevraagd een kopie van zijn paspoort te overleggen. Dit is door verweerder betwist. Alleen op de door verweerder aan klager gezonden machtiging staat dat een kopie identificatie is bijgevoegd. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerder klager expliciet om een kopie van het paspoort heeft gevraagd. Ook dit klachtonderdeel wordt kennelijk ongegrond verklaard.

Tot slot

4.3 Voor zover klager stelt dat de door verweerder gebruikte machtiging eerder in 2018 in Spanje is opgesteld, geldt dat dit door hem niet is onderbouwd en door verweerder uitdrukkelijk is betwist. De voorzitter zal dit verder buiten beschouwing laten.

4.4 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, daarom kennelijk ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.M.H. Schoenmakers, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. C.M. van de Kamp, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 december 2021.

Griffier                                                            Voorzitter