Rechtspraak
Uitspraakdatum
03-12-2021
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2021:220
Zaaknummer
210205
Inhoudsindicatie
Bekrachtiging van de beslissing van de raad, waarin klacht over belangenverstrengeling ongegrond is verklaard.
Uitspraak
BESLISSING
van 3 december 2021
in de zaak 210205
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD
1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 31 mei 2021 van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort Amsterdam (zaaknummer: 21-079/A/A). In deze beslissing is de klacht van klager ongegrond verklaard.
1.2 Deze beslissing is als ECLI:NL:TADRAMS:2021:132 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF
2.1 Het beroepschrift van klager tegen deze beslissing, met bijlagen, is op 29 juni 2021 per e-mail en op 30 juni 2021 per post ontvangen door de griffie van het hof.
2.2 Verder bevat het dossier van het hof:- de stukken van de raad; - het verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 11 augustus 2021; - het schrijven van klager van 13 augustus 2021.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld tijdens de openbare zitting van 1 november 2021. Daar zijn klager en verweerder verschenen. Partijen hebben hun standpunt toegelicht aan de hand van spreekaantekeningen, die ook onderdeel uitmaken van het dossier van het hof.
3 FEITEN
3.1 In de beslissing van de raad zijn onder randnummer 2 de feiten vastgesteld. Er is in hoger beroep geen aanleiding deze feitenvaststelling te wijzigen. De door de raad vastgestelde feiten vormen dus ook in hoger beroep het uitgangspunt bij de beoordeling van de klacht..
4 KLACHT
4.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling.
5 BEOORDELING
5.1 Het hof ziet op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht te komen dan die van de raad. Het hof sluit zich aan bij de beoordeling van de raad en neemt die over. Het hof verwerpt de beroepsgronden van klager en zal de beoordeling van de raad bekrachtigen.
6 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
6.1 bekrachtigt de beslissing van 31 mei 2021 van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, gewezen onder nummer 21-079/A/A.
Deze beslissing is gewezen door mr. A.M.J.G. van Amsterdam, voorzitter, mrs. C.A.M.J. Raymakers, A.R. Sturhoofd, W.F. Boele en H.J.P. Robers, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2021.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 3 december 2021.