Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-10-2021

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2021:168

Zaaknummer

19-861/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

Herstelbeslissing.

Uitspraak

 

 

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van 25 oktober 2021

in de zaak 19-861/DB/ZWB

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

klager

 

 

over:

 

 

in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten

verweerder

 

 

 

 

 

 

De raad heeft in bovenvermelde klachtzaak op 12 juli 2021 beslist. Klager heeft bij e-mail d.d. 18 augustus 2021 verzocht de beslissing ter zake van de weergave van het verloop van de procedure te verbeteren.

Verweerder is in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van klager. Verweerder heeft bij e-mail van 6 september 2021 gereageerd op het herstelverzoek.

De raad heeft na kennisneming van het verzoek van klager d.d. 18 augustus 2021 en de reactie daarop van verweerder d.d. 6 september 2021, geconstateerd dat in de

overweging van de raad onder randnummer 1.8 kennelijke fouten staan, die zich lenen voor herstel.

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline herstelt voornoemde beslissing van 12 juli 2021 in die zin:

 

dat de overweging van de raad onder randnummer 1.8 (“De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 8 en de volgende nagekomen stukken:

-De e-mails van klager d.d. 28 december 2020 en 26 en 30 mei 2021; -De brief met bijlage van verweerders gemachtigde d.d. 14 december 2020 en de e-mail met bijlage van verweerders gemachtigde d.d. 4 mei 2021; -De e-mailberichten met bijlagen van klager d.d. 10 mei en 17 mei 2021.”)  

 

wordt vervangen door  

 

“1.8  De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier, van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 10, van de beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline van 10 februari 2020 en de daarin genoemde stukken, van de beslissing in verzet van de Raad van Discipline van 7 december 2020 en de daarin onder 1.6 genoemde stukken en van de volgende nagekomen stukken:

-       De e-mailberichten met bijlagen van klager d.d. 10 mei en 17 mei 2021.”  

 

 

Aldus beslist door mr. R.M.M. van den Heuvel, voorzitter, mrs. M. Callemeijn en W.A.A.J. Fick-Nolet, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber – van de Langenberg, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 25 oktober 2021.

 

 

            Griffier                                                                       Voorzitter