Rechtspraak
Uitspraakdatum
28-09-2021
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2021:167
Zaaknummer
20-587/DB/ZWB
Zaaknummer
20-589/DB/ZWB
Zaaknummer
20-913/DB/ZWB
Zaaknummer
20-970/DB/ZWB
Zaaknummer
20-1015/DB/ZWB
Inhoudsindicatie
Herstelbeslissing.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 28 september 2021
in de zaken 20-587, 20-589, 20-913, 20-970 en 20-1025/DB/ZWB
naar aanleiding van de klachten van:
klagers
over:
verweerster
De raad heeft in bovenvermelde klachtzaken op 19 juli 2021 beslist. Ter zitting zijn verschenen klagers sub 2 tot en met 5, verweerster en de gemachtigde van verweerster. Klager sub 5, tevens gemachtigde van klagers 1 tot en met 4, heeft per email van 26 juli 2021 verzocht de beslissing ter zake van de veroordeling van verweerster in de reiskosten aan klagers te verduidelijken respectievelijk te verbeteren.
De gemachtigde van verweerster is bij e-mail van 17 augustus 2021 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van klagers. De gemachtigde van verweerster heeft bij brief van 2 september 2021 gereageerd op het herstelverzoek. De reactie verzet zich niet tegen herstel van de beslissing.
De behandeling van voormelde klachtzaken is met instemming van partijen gevoegd, waarna de raad op 19 juli 2021 in de gevoegde klachtzaken één beslissing heeft uitgesproken. Voeging van klachtzaken brengt uiteraard geen verandering in het aantal klagers. De raad heeft verweerster daarom veroordeeld tot betaling van € 50,- griffierecht aan iedere klager, in totaal € 250,00. Ook ten aanzien van de reiskosten van klagers geldt dat verweerster aan iedere ter zitting verschenen klager € 50,00 aan reiskosten dient te betalen. De raad heeft na kennisneming van het verzoek van klager sub 5, geconstateerd dat in de overweging van de raad onder randnummer 7.3 en in het dictum van de beslissing van 19 juli 2021 ter zake van de veroordeling van de reiskosten kennelijke fouten staan, die zich lenen voor herstel.
BESLISSING
De raad van discipline herstelt voornoemde beslissing van 19 juli 2021 in die zin:
dat de overweging van de raad onder randnummer 7.3. (“Verweerster moet het bedrag van € 50,- aan reiskosten binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, betalen aan klagers. De gemachtigde van klagers geeft binnen twee weken na de datum van deze beslissing het rekeningnummer schriftelijk aan verweerster door ”) wordt vervangen door “Verweerster moet aan elk van de klagers sub 2 t/m 5 afzonderlijk een bedrag van € 50,- aan reiskosten betalen, binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden. De gemachtigde van klagers geeft binnen twee weken na de datum van deze beslissing het (de) rekeningnummer(s) schriftelijk aan verweerster door ”
dat de beslissing van de raad onder het vijfde liggende streepje van het dictum (“veroordeelt verweerster tot betaling van de reiskosten van € 50,- aan klagers op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.3) wordt vervangen door “veroordeelt verweerster tot betaling van de reiskosten van € 50,00 aan klagers sub 2 tot en met 5 ieder afzonderlijk op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.3”.
Aldus beslist door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mrs. A.A.M. Schutte en U.T. Hoekstra, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 28 september 2021.
Griffier Voorzitter