Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-07-2021

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2021:177

Zaaknummer

21-232

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Gelet op het verweer van verweerster, dat klager niet althans onvoldoende heeft betwist, is het niet onbegrijpelijk dat verweerster de uitdraai van de website van Huispedia niet als productie aan het hof heeft overgelegd. Overigens is ook niet gesteld noch gebleken dat verweerster aan klager heeft toegezegd dat te doen.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 12 juli 2021

in de zaak 21-232/AL/MN

naar aanleiding van de klacht van:

 

klager

over

verweerster

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) van 9 maart 2021 met kenmerk Z 1247211/MV/SD, door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 4.

 

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.

1.1    Verweerster heeft klager bijgestaan in een hoger beroepsprocedure bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het hof) tegen zijn ex-echtgenote (hierna: de vrouw) over de verdeling van de gemeenschap van goederen en de door klager te betalen partneralimentatie.

1.2    In die procedure stond onder meer ter discussie de waardebepaling van een woning in Dinxperlo (hierna: de woning). De rechtbank had de woning toegekend aan de vrouw tegen een waarde van € 237.000,-. Klager was het daar niet mee eens. Bij beschikking van 30 januari 2020 heeft het hof beslist dat partijen binnen vier weken een door een makelaar/taxateur opgemaakt taxatierapport zullen toezenden aan het hof, eventueel voorzien van opmerkingen.

1.3    Op 14 februari 2020 heeft S. Makelaars B.V. (hierna: de makelaar) een taxatierapport opgemaakt.

1.4    Op 14 april 2020 heeft verweerster namens klager een brief naar het hof gestuurd waarin zij aangeeft dat klager het niet eens is met de opgemaakte taxatie omdat de makelaar geen rekening heeft gehouden met een stijging van de markt die 4,5% hoger was op de peildatum dan waarvan de makelaar in zijn rapportage is uitgegaan. Bij deze brief heeft verweerster als productie 31 een klacht die klager tegen de makelaar heeft ingediend gevoegd.

1.5    Bij beschikking van 14 juli 2020 heeft het hof ten aanzien van de waarde van de woning onder meer overwogen dat niet is gebleken dat de makelaar onvoldoende rekening heeft gehouden met de stijging van de markt en dat klager dit ook niet nader heeft onderbouwd.

1.6    Op 16 september 2020 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster.

 

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij een uitdraai van de website van Huispedia met betrekking tot de waarde van de woning niet heeft ingebracht in de hoger beroepsprocedure.

 

3    VERWEER

3.1    Verweerster heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

 

4    BEOORDELING

4.1    De voorzitter stelt voorop dat bij de beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening aan een cliënt rekening moet worden gehouden met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes - zoals over procesrisico en kostenrisico - waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. Deze vrijheid is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt.

4.2    Klager verwijt verweerster dat zij een uitdraai van de website van Huispedia met betrekking tot de waarde van de woning niet heeft ingebracht in de hoger beroepsprocedure.

4.3    Verweerster heeft aangevoerd dat het hof met haar brief van 14 april 2020 en de bij deze brief overgelegde productie 31 in kennis is gesteld van het bezwaar van klager dat de makelaar in zijn waardebepaling voorbij is gegaan aan een 4,5% hogere stijging van de markt dan waarvan in de rapportage is uitgegaan. In de beschikking van 14 juli 2020 heeft het hof overwogen dat niet is gebleken, noch nader is onderbouwd dat door de makelaar onvoldoende rekening zou zijn gehouden met de stijging van de markt. Het hof heeft dit bezwaar van klager aldus meegewogen in de beoordeling, maar dit als onbewezen en onvoldoende onderbouwd ter zijde gesteld. Volgens klager zou dit anders zijn geweest als verweerster de uitdraai van de website van Huispedia in het geding had gebracht. Uit die uitdraai blijkt dat het gaat om algemene informatie over de woningmarkt, inwoners en woningen in Dinxperlo Noord. Nergens op de uitdraai is te lezen wat de waarde is van de woning per de door het hof bepaalde peildatum. Het is dan ook niet juist dat, zoals klager stelt, met deze algemene informatie onomstotelijk is vastgesteld wat de werkelijke waarde van het huis op de peildatum zou moeten zijn. Bovendien heeft het hof in de beschikking van 30 januari 2020 bepaald dat partijen binnen vier weken een door de makelaar/taxateur opgemaakt taxatierapport zullen toezenden. Binnen dit kader was er geen ruimte voor het overleggen van bewijsstukken met een algemene strekking, nog daargelaten dat algemene informatie geen of minder gewicht in de schaal legt in geval de bewijsopdracht ziet op een specifieke en individuele zaak, aldus verweerster.

4.4    De voorzitter overweegt als volgt. Gelet op het verweer van verweerster, dat klager niet althans onvoldoende heeft betwist, is het niet onbegrijpelijk dat verweerster de uitdraai van de website van Huispedia niet als productie aan het hof heeft overgelegd. Overigens is ook niet gesteld noch gebleken dat verweerster aan klager heeft toegezegd dat te doen. De klacht is kennelijk ongegrond.

4.5    Voor zover klager verweerster ook verwijt dat zij heeft verzuimd het gegeven dat er geen objectief waardeverschil is tussen de peildatum en de datum waarop het taxatierapport van de Portugese woning van klager en de vrouw is uitgebracht door te geven aan het hof geldt dat verweerster onbetwist heeft gesteld dat zij het taxatierapport met betrekking tot de woning in Portugal aan het hof heeft overgelegd. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien wat verweerster terzake tuchtrechtelijk te verwijten valt.

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart: de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. A.E. Zweers, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. S. el Bouazzati-van Excel als griffier en uitgesproken in het openbaar op

12 juli 2021.

 

Griffier                                                                                      Voorzitter

 

Verzonden d.d. 12 juli 2021