Rechtspraak
Uitspraakdatum
27-08-2021
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2021:161
Zaaknummer
210046
Inhoudsindicatie
Herstelbeslissing. Per abuis stond in het dictum het verkeerde ressort vermeld van de raad. Deze verschrijving is hersteld.
Uitspraak
HERSTELBESLISSING
van 27 augustus 2021
in de zaak 210046
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
tegen:
klager
en
klaagster
hierna samen: klagers
1 DE BESLISSING WAARVAN HERSTEL
1.1 Het hof verwijst naar zijn beslissing van 23 augustus 2021 met zaaknummer 210046. In deze beslissing heeft het hof de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch (zaaknummer: 20-119/AL/GLD) vernietigd voor zover daarin de maatregel van waarschuwing is opgelegd. Het hof heeft aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd en voormelde beslissing voor het overige bekrachtigd. Verder is voor de procedure in beroep een proceskostenveroordeling opgelegd.
1.2 Deze beslissing is onder ECLI:NL:TAHVD:2021:153 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.
2 HET HERSTEL
2.1 Het hof stelt vast dat in het dictum van voormelde beslissing per abuis wordt vermeld dat de beslissing afkomstig is van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch. Dit moet echter zijn de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden en deze vergissing dient om misverstanden te voorkomen te worden hersteld. Het in het dictum vermelde zaaknummer en de datum van de beslissing zijn wel correct vermeld.
3 BESLISSING
Het Hof van Discipline:
3.1 herstelt de beslissing van 23 augustus 2021 van het Hof van Discipline met zaaknummer 210046 in die zin dat het dictum luidt:
“ Het Hof van Discipline:
6.1 vernietigt de beslissing van 11 januari 2021 van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden, gewezen onder nummer 20-119/AL/GLD, voor zover daarin de maatregel van waarschuwing is opgelegd;
6.2 legt aan verweerder de maatregel van berisping op;
6.3 bekrachtigt beslissing van 11 januari 2021 van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden, gewezen onder nummer 20-119/AL/GLD, voor het overige;
6.4 veroordeelt verweerder tot betaling van klagers kosten in de procedure bij het hof van € 50,- aan klagers, op de manier en binnen de termijn zoals hiervóór bepaald;
6.5 veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten in de procedure bij het hof van € 2.000,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn zoals hiervóór bepaald.”
Deze beslissing is gegeven door T. Zuidema, voorzitter, J.H. Brouwer, W.F. Boele, R.N.E. Visser en B. Stapert, leden, in tegenwoordigheid van L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2021.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 27 augustus 2021.