Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-08-2021

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2021:187

Zaaknummer

21-554/A/NN

Inhoudsindicatie

Klacht over de advocaat van de wederpartij is kennelijk ongegrond. Verweerder heeft zich niet bediend van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn client hebben gestrekt, onevenredig nadeel aan klager hebben toegebracht.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van  9 augustus 2021

in de zaak 21-554/A/NN

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

klager

 

over:

verweerder

 

Na een verwijzingsbeslissing van de plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline van 22 juni 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter)  kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland (hierna: de deken) van 16 juni 2021 met kenmerk 2021 KNN010/1325670, digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 9.

 

1          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.

1.1     Klager is verwikkeld geweest in een echtscheidingsprocedure met zijn ex-echtgenote (hierna: de vrouw). De voormalige echtelijke woning van klager en de vrouw is verkocht waarbij als verkopend makelaar is opgetreden makelaardij De Woudenhof (hierna: de makelaardij).

1.2     Op 9 oktober 2020 heeft klager de makelaardij in gebreke gesteld en aansprakelijk gesteld voor de door klager geleden schade.

1.3     Op 17 november 2020 heeft de makelaardij klager verzocht de factuur van 8 oktober 2020 ten bedrage van € 5.330,05 (de helft van de courtage) te betalen. Klager heeft de makelaardij hierop bij brief van eveneens 17 november 2020 wederom aansprakelijk gesteld voor de schade, voortvloeiende uit de gebreken in de door de makelaardij geleverde prestatie.

1.4     De makelaardij heeft verweerder opdracht gegeven een incassoprocedure tegen klager te starten. Bij brief van 8 december 2020 heeft verweerder klager verzocht de openstaande factuur te voldoen. In de brief heeft verweerder weersproken dat er sprake zou zijn van een gebrekkige prestatie van de makelaardij en dat klager schade zou hebben geleden.

1.5     Klager heeft zich inzake de aansprakelijkstelling van de makelaardij voor juridisch advies gewend tot advocaat mr. B. Omdat klager niet reageerde op de berichten van verweerder, heeft verweerder mr. B bij brief van 21 december 2020 gevraagd de correspondentie aan klager door te geleiden.

1.6     Op 18 januari 2021 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.

 

2          KLACHT

2.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende.

a)               Verweerder is niet ingegaan op de ingebrekestelling van klager en hij heeft geen schikkingsvoorstel aan klager gedaan.

b)               Verweerder heeft geprobeerd de persoonsgegevens van klager te achterhalen via mr. B.

c)               Verweerder heeft op 21 december 2020 gevoelige informatie aan mr. B ge-e-maild inzake een dossier dat mr. B niet in behandeling had en heeft dit stellig ontkend.

d)               Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan het lekken van (privacygevoelige) data.

 

3          VERWEER

3.1     Verweerder voert tegen de klacht verweer. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

 

4          BEOORDELING

4.1     De klacht ziet op het handelen en/of nalaten van verweerder als advocaat van de wederpartij. Uitgangspunt is dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een wederpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen.

Klachtonderdeel a)

4.2     Klager verwijt verweerder allereerst dat hij niet is ingegaan op de ingebrekestelling van klager aan het adres van de makerlaardij en dat hij geen voorstel voor een minnelijke regeling heeft gedaan.

4.3     Verweerder voert aan dat de makelaardij de ingebrekestelling van klager niet terecht vond. Ook was duidelijk dat er niets te middelen was waar het de hoofdelijke aansprakelijkheid van klager betrof voor de betaling van de factuur van de makelaardij. De vrouw had keurig de helft van die factuur voldaan en klager weigerde, en weigert nog steeds, zijn deel te voldoen. Er was dan ook geen minnelijke regeling mogelijk, aldus verweerder.

4.4     De voorzitter overweegt als volgt. Anders dan klager kennelijk veronderstelt, is de advocaat niet verplicht een voorstel voor een minnelijke regeling te doen. Verweerder heeft toegelicht dat er volgens zijn cliënte geen minnelijke regeling mogelijk was en dat zijn cliënte hem opdracht heeft gegeven klager in rechte te betrekken. Het valt verweerder dan ook niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij geen voorstel voor een minnelijke regeling aan klager heeft gedaan. Anders dan klager in zijn klacht stelt, is verweerder in zijn brief van 8 december 2020 voorts wel ingegaan op de ingebrekestelling van klager. Verweerder heeft in zijn brief immers geschreven dat zijn cliënte ontkent dat klager schade zou hebben geleden als gevolg van een gebrekkige prestatie.

4.5     De conclusie uit het voorgaande is dat klachtonderdeel a) kennelijk ongegrond is.

Klachtonderdelen b), c) en d)

4.6     Deze klachtonderdelen lenen zich voor gezamenlijke behandeling.

4.7     Klager verwijt verweerder dat hij heeft geprobeerd om de persoonsgegevens van klager te achterhalen via mr. B, bij brief van 21 december 2020 gevoelige informatie aan mr. B heeft gemaild inzake een dossier dat mr. B niet in behandeling had en zich schuldig heeft gemaakt aan het lekken van data.

4.8     Verweerder voert aan dat afgezien van het gerechtvaardigd belang dat hij had bij het achterhalen van het e-mailadres van klager, hij niet zou weten welke rechtsregel hem verbiedt om naar iemands e-mailadres te vragen. Klager heeft voorts erkend dat mr. B hem heeft bijgestaan in het geschil met de makelaardij. Daarmee erkent klager dus met zoveel woorden de stelling van verweerder, dat het hier relevante dossier van klager wel bij mr. B in behandeling was en verweerder daarom bijna per definitie geen gevoelige informatie aan mr. B kon meedelen en zeker geen informatie die niet al bij mr. B bekend was. Van het lekken van (privacygevoelige) data is geen sprake, aldus nog steeds verweerder.

4.9     De voorzitter overweegt als volgt. Klager heeft erkend dat mr. B hem heeft bijgestaan inzake de aansprakelijkstelling van de makelaardij. In het licht hiervan valt het verweerder niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij mr. B bij brief van 21 december 2020 heeft gevraagd zijn correspondentie aan klager door te geleiden en (kort) inhoudelijk op de zaak is ingegaan. Evenmin valt het verweerder tuchtrechtelijk te verwijten dat hij mr. B om het e-mailadres van klager heeft gevraagd. Van het lekken van (privacygevoelige) data is geen sprake. Klachtonderdelen b), c) en d) zijn eveneens kennelijk ongegrond.

 

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. C. Kraak, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. S. el Bouazzati-van Excel als griffier en uitgesproken in het openbaar op 9 augustus 2021.

 

 

Griffier                                                            Voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verzonden op 9 augustus 2021