Rechtspraak
Uitspraakdatum
21-06-2021
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2021:121
Zaaknummer
21-134/A/A
Inhoudsindicatie
Klager is via een WhatsAppknop op de website van verweerder met verweerder in contact gekomen, toen hij op zoek was naar informatie i.v.m. een mogelijk ontslag. Verweerder heeft klager vervolgens voortvarend geadviseerd.
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft klager niet, althans niet tijdig, gewezen op de kosten die hij voor zijn advisering in rekening zou brengen en heeft bij klager vervolgens werkzaamheden in rekening gebracht. Waarschuwing.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 14 juni 2021
in de zaak 21-134/A/A
naar aanleiding van de klacht van:
klager
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 18 september 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 9 februari 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2020-1248853 van de deken ontvangen.
1.3 De klacht is behandeld op de zitting van de raad van 30 april 2021. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennisgenomen van het in 1.2 genoemde klachtdossier en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 5.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht gaat de raad, gelet op het klachtdossier en de op de zitting afgelegde verklaringen, uit van de volgende feiten.
2.2 Klager is op zaterdag 12 september 2020 via WhatsApp in contact gekomen met (het kantoor van) verweerder via een WhatsApp icoon op de website van het kantoor van verweerder in verband met een “recent incident with my company”. Klager en verweerder hebben afgesproken dat ze de volgende dag zouden bellen.
2.3 Op zondag 13 september 2020 hebben klager en verweerder elkaar telefonisch gesproken over de wens van de werkgever van klager om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en de aangeboden vaststellingsovereenkomst. Na het gesprek heeft klager verweerder via e-mail en WhatsApp documenten gestuurd, waaronder zijn arbeidsovereenkomst, de concept vaststellingsovereenkomst en de concept eindafrekening.
2.4 Op 16 september 2020 heeft verweerder klager een factuur gestuurd voor € 907,50 inclusief btw. Het begeleidende bericht is als volgt:
“(…) Further to our telephone conversation this morning, I confirm that you have decided to no longer use my services, since you decided to accept the improved offer your employer made you yesterday.
I would like to reiterate that I advise you not to accept the offer, because I think you may hurt your own interests, but naturally, I accept your decision.
We also discussed my fee. You told me on the phone, that you would only be prepared to pay approximately € 200. That is not acceptable to me, since I have dedicated more than three hours on your case. I remind you that you contacted me last Saturday night and I replied immediately. Than we had a very long phone conversation on Sunday morning, you sent me your labour agreement and the initial termination proposal which I studied and then we had a long meeting of two and a half hours last Monday in my office at the end of which you informed me that you wanted to discuss everything with your wife and come back to me. You also indicated that you were prepared to pay for the meeting, should you decide to not hire me.
In the course of your meeting I gave you valuable information on many aspects of your legal position, including your rights towards unemployment benefits, the form you would need to secure from the Turkish authorities and so on.
We discussed my fees last Sunday on the phone and you were aware of my hourly rate because you saw it on my website through which you contacted me. I am now sending you an invoice for the work performed by me. I have not billed the half hour phone conversation of last Sunday nor the time to peruse the documents you sent the same day.
I expect you to pay within the two weeks payments term. If you feel that the amount of time billed is excessive, please explain why. If you would like to make a complaint, please see the general terms and conditions of my firm (attached hereto). They contain an alternative dispute resolution possibility. (…)”
2.5 Op 16 september 2020 heeft klager als volgt gereageerd op de ontvangst van de factuur:
“(…) I received your email and would like to comment as follows:
- Following my online search from "I am expat" website, I found a list of companies that I can contact. Through my search, I realized the online support button at your website before going through any details of your services or fees, I wrote spontaneously from that function to see whether I will get any online support. When I received a reply, I briefly mentioned that I was looking for some information for my recent incident with the company. Then you suggested that we speak the next day which was on Sunday at 10am. Even though I proposed to have the call on Monday due to the weekend, based on your offer, I called you on Sunday and we spoke on the phone. However during this call, I was clearly not informed of any fees about your services. You requested from me to send work-related files in order to review the case which I did accordingly after our call. During our conversation, we also agreed to meet on Monday at 14:00 at your office to discuss further. I was under the impression that our first meeting at your office will be an informative meeting. Since I was not told prior to our meeting, I was not expecting to make any payments neither for our calls nor for the meeting.
- Our meeting at your office on Monday took more than what I was expecting and I clearly expressed my appreciation and said that - even I'm not prepared to make any payment for the meeting nor not expecting to make one, because of your time with me, I suggested that I can pay some amount for the meeting if necessary by not knowing my final decision by the time whether there will be a legal case or not. You replied to me back as expressing your wish to be hired for the case and in case it will not be the case you mentioned that you will be charging me only a small amount of fee.
- After I get a reply from my company that they will not support me on any legal support and any cost should be considered at my own discretion. I called you to inform you on this also about my decision not to have any legal file against the company.
I'm not in a position to make requested payment due to my status and since I have not been informed about any cost before our meeting that the conversations on the phone and the meeting would be charged. If I had known and/ or was told about this in advance, I would not meet you at your office. Last but not least and honestly my understanding of a small amount was only a figurative amount and not any calculation based on the regular fees.
I'm glad to know you as a person despite the circumstances and I apologize for any inconvenience that my contact was brought. As stated already, this contact would not have taken place if I was fully aware of conditions in the beginning. I kindly ask for your understanding on this matter and wait for your kind response.(…)”
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende.
a) Verweerder heeft klager niet geïnformeerd – noch mondeling noch schriftelijk - dat hij een declaratie zou sturen voor het telefoongesprek en het gesprek op kantoor.
3.2 Volgens klager heeft verweerder voorafgaand aan en tijdens het gesprek op 14 september 2020 niet gesproken over de kosten van zijn bijstand. Aan het eind van het gesprek heeft klager gevraagd of hij verweerder betalen moest. Verweerder antwoordde ontkennend en sprak de wens uit dat klager hem als advocaat zou inhuren. De factuur kwam voor klager als een verrassing. Als klager zou hebben geweten dat verweerder hem een declaratie zou sturen, zou hij niet naar het kantoor van verweerder zijn gegaan of met hem gebeld hebben. Volgens klager heeft verweerder later nog een bericht gestuurd met de mededeling dat hij juridische stappen zou ondernemen, als klager niet zou betalen.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd.
4.2 Verweerder heeft, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat hij klager op 13 september 2020 telefonisch heeft gesproken en dat tijdens dat gesprek de kosten aan de orde zijn geweest. Verweerder heeft klager op de hoogte gesteld van zijn uurtarief en heeft daarnaast laten weten dat in arbeidsrechtelijke zaken niet ongebruikelijk is dat de werkgever een vergoeding betaald voor de rechtsbijstandskosten van de werknemer. Verweerder en klager hebben een afspraak gemaakt voor de volgende dag. Ter voorbereiding van de bespreking heeft verweerder de stukken die klager hem heeft toegestuurd bestudeerd. Het gesprek duurder ruim twee en een halfuur en de kwestie is uitvoering besproken. Klager wilde na het gesprek wat bedenktijd.
4.3 Op 16 september 2020 heeft klager laten weten dat hij niet verder wilde met verweerder, omdat zijn werkgever hem een gunstiger aanbod had gedaan dat hij had geaccepteerd. Verweerder heeft klager daarop laten weten dat hij zijn declaratie zou opmaken en toen begon klager “plotseling moeilijk te doen”. Verweerder heeft het telefoongesprek op 13 september 2020 en de voorbereiding van het gesprek op 14 september 2020 niet in rekening gebracht.
4.4 De raad zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.
5 BEOORDELING
5.1 De raad stelt voorop dat de zorgplicht die op een advocaat rust meebrengt dat hij zijn cliënt op de hoogte moet brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil moet een advocaat belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt bevestigen.
5.2 Uitgangspunt bij de beoordeling van deze zaak is dat het op de weg van verweerder lag om klager in een vroeg stadium ondubbelzinnig duidelijk te maken welke uren hij in rekening zou brengen en tegen welk tarief. Verweerder heeft dit niet gedaan en dat is onzorgvuldig. De klacht is daarom gegrond en de raad licht dit al volgt toe.
5.3 De raad stelt op grond van de onweersproken verklaring van klager vast dat hij zich in een onzekere situatie bevond toen hij met verweerder in contact kwam. Klager is afkomstig uit het buitenland en beheerst de Nederlandse taal niet (goed). Hij woonde nog niet lang in Nederland en had net een huis gekocht en een hypotheek afgesloten. Plotseling liet zijn werkgever weten dat zijn arbeidsovereenkomst beëindigd zou worden, als gevolg van de effecten van COVID. Omdat hij zijn baan en inkomen dreigde te verliezen ging klager vervolgens op internet op zoek naar informatie. Via een “WhatsApp-knop” op de website van het kantoor van verweerder kwam klager snel en laagdrempelig met verweerder in contact. Dit alles was op een zaterdag.
5.4 Een dag later, op zondag, hebben partijen elkaar telefonisch gesproken en heeft klager op verzoek van verweerder documenten verstrekt. Partijen hebben telefonisch afgesproken dat ze elkaar de dag erna, maandag 14 september 2020, zouden ontmoeten op het kantoor van verweerder.
5.5 Verweerder heeft op de zitting verklaard dat hij zijn uurtarief heeft genoemd tijdens het telefoongesprek. Volgens verweerder was klager bovendien via de informatie op de website bekend met het uurtarief, althans had hij daarmee bekend kunnen zijn. Klager heeft dit betwist; volgens klager zijn de kosten voor de informatie of bijstand van verweerder tijdens het telefoongesprek niet aan de orde geweest.
5.6 De raad kan gelet op het dossier en de over en weer ingenomen standpunten niet vaststellen dat het uurtarief en de kosten voor de bijstand van verweerder tijdens het telefoongesprek op zondag besproken zijn. De raad zal daarom als vaststaand aannemen dat klager bij de aanvang van het gesprek op maandag niet op de hoogte was van de kosten die verweerder voor zijn bijstand in rekening zou brengen.
5.7 Volgens klager kwamen de kosten pas aan het einde van het gesprek op maandag aan de orde. Klager heeft daarbij laten weten dat hij bereid was om verweerder een klein bedrag te betalen en verweerder heeft meegedeeld dat hij – in de woorden van klager – a small amount of fee in rekening zou brengen als klager zijn bijstand verder niet wenste. Verweerder heeft verklaard dat hij tijdens het gesprek op maandag heeft onderzocht of klager in aanmerking zou komen voor een toevoeging.
5.8 De raad kan op grond van de verklaringen van beide partijen over dat wat op maandag 14 september 2020 besproken is, ook niet vaststellen dat verweerder klager tijdens het gesprek op maandag op de hoogte heeft gesteld van de kosten voor zijn bijstand aan klager, althans de kosten voor het gesprek op maandag. Uit het voorgaande blijkt dan ook dat verweerder klager niet, althans niet voldoende duidelijk, op de hoogte heeft gebracht van de kosten zie hij in rekening zou brengen.
5.9 Het is daarom begrijpelijk dat klager schrok van de factuur van 16 september 2020. Met die factuur werd het gesprek op maandag 14 september 2020 in rekening gebracht en de voorbereiding daarvan. Daarnaast werden ook nog de kosten voor communicatie met klager op 16 september 2020, nadat klager had laten weten dat hij verder geen gebruik wilde maken van de diensten van verweerder, in rekening gebracht. Naar het oordeel van de raad had klager er geen rekening mee hoeven houden dat al deze kosten door verweerder in rekening gebracht zouden worden.
5.10 Verweerder heeft nog aangevoerd dat hij onvoldoende tijd had om een schriftelijke opdrachtbevestiging naar klager te sturen. De raad onderkent dat de communicatie tussen partijen snel ging en dat dat ook in het belang van klager was. De raad begrijpt dat verweerder niet is gekomen tot een uitgebreide opdrachtbevestiging. Verweerder had de onduidelijkheid die heeft geleid tot deze klachtzaak echter eenvoudig kunnen voorkomen door klager vóór het gesprek op maandag een kort bericht te sturen met de mededeling dat hij, voor zover klager niet voor een toevoeging in aanmerking zou komen, zijn uurtarief van € 250,- in rekening zou brengen voor het gesprek dat op maandag gevoerd zou worden en de eventuele werkzaamheden die hij daarna zou verrichten.
5.11 De raad komt tot het oordeel dat verweerder door zijn wijze van handelen onzorgvuldig en onbetamelijk heeft gehandeld jegens klager en dat de klacht daarom gegrond is.
6 MAATREGEL
6.1 Verweerder heeft klager niet, althans niet tijdig, gewezen op de kosten die hij voor zijn advisering in rekening zou brengen en heeft bij klager vervolgens werkzaamheden in rekening gebracht. Dit alles is onzorgvuldig en onbetamelijk en de raad vindt de maatregel van waarschuwing passend.
7 GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING
7.1 Omdat de raad de klacht gegrond verklaart, moet verweerder op grond van artikel 46e lid 5 Advocatenwet het door klager betaalde griffierecht van € 50,- aan hem vergoeden binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden. Klager geeft binnen twee weken na de datum van deze beslissing zijn rekeningnummer schriftelijk aan verweerder door.
7.2 Omdat de raad een maatregel oplegt, zal de raad verweerder daarnaast op grond van artikel 48ac lid 1 Advocatenwet veroordelen in de volgende proceskosten:
a) € 750,- kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten en
b) € 500,- kosten van de Staat.
7.3 Verweerder moet het bedrag van € 1.250,- (het totaal van de in 7.2 onder a en b genoemde kosten) binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, overmaken naar rekeningnummer lBAN: NL85 lNGB 0000 079000, BIC: INGBNL2A, Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling raad van discipline" en het zaaknummer.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op;
- veroordeelt verweerder tot betaling van het griffierecht van € 50,- aan klager;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van € 1.250,- aan de Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.3.
Aldus beslist door mr. P.M. Wamsteker, voorzitter, mrs. C.C. Oberman en R. Lonterman, leden, bijgestaan door mr. A. Tijs als griffier en uitgesproken in het openbaar op 14 juni 2021.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 14 juni 2021
mededelingen van de griffier ter informatie:
Verzending
Deze beslissing is in afschrift gelijktijdig verzonden.