Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

03-03-2021

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2021:78

Zaaknummer

20-901/DH/DH

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft rechtstreeks contact opgenomen met klager, maar klager is daardoor niet in zijn belangen geschaad.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag  van 3 maart 2021 in de zaak 20-901/DH/DH naar aanleiding van de klacht van:

 

klager

 

over:

 

verweerder

 

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: de deken) van 13 november 2020 met kenmerk K090 2020 ar/jh, door de raad ontvangen op 17 november 2020, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 7 (inhoudelijk) en 1 tot en met 5 (procedureel). Ook heeft de voorzitter kennis genomen van:

-    de e-mail van klager van 10 december 2020;

-    de e-mails met bijlagen van verweerder van 3 januari 2021 en 6 januari 2021;

-    de e-mail van de advocaat van klager van 6 januari 2021.

 

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.

1.1    Klager heeft in september 2019 een woning gekocht van mevrouw H. Klager is vervolgens in een geschil verwikkeld geraakt met mevrouw H over gebreken aan de woning. In dat kader heeft klagers advocaat geprobeerd een gesprek te plannen met mevrouw H. Mevrouw H wordt in deze kwestie bijgestaan door verweerder.

1.2    Tussen oktober 2019 en april 2020 heeft verweerder meermalen gevraagd om onderbouwing van klagers vordering.

1.3    De dochter van mevrouw H (hierna: de dochter) is werkzaam op het kantoor van de makelaar die de woning aan klager heeft verkocht. Klager heeft op 23 april 2020 telefonisch contact opgenomen met de makelaar en toen de dochter gesproken.

1.4    Op 28 april 2020 om 11.19 uur heeft verweerder in een e-mail aan de advocaat van klager onder meer het volgende geschreven:

“(…) Ik heb niets meer U vernomen en Uw cliënt blijft kennelijk de makelaar lastig vallen hetgeen niet juist is.

Ik verzoek U dan ook Uw cliënt via de normale gang van zaken d.w.z. via U en ondergetekende te communiceren en hem te sommeren verder onbetamelijk gedrag achterwege te laten. (…)”

1.5    Op 28 april 2020 heeft verweerder telefonisch contact opgenomen met klager.

1.6    Diezelfde dag heeft de advocaat van klager in een e-mail aan verweerder onder meer geschreven:

“Van cliënt vernam ik dat u hem rechtstreeks hebt gebeld met de mededeling (werd door cliënt opgevat als een waarschuwing) niet meer rechtstreeks met uw cliënte dan wel met haar makelaar te bellen. Terwijl cliënt nog aan het woord was, beëindigde u het telefoongesprek. (…)”

1.7    Op 28 april 2020 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.

1.8    Op 29 april 2020 heeft verweerder in een e-mail aan de advocaat van klager onder meer het volgende geschreven:

“(…) Ik heb U heden laat en gisteren gebeld doch u nam niet op. Ook was er geen mogelijkheid om een voice mail in te spreken dus vandaar de mail.(…)

Mijn cliënte en dochter hadden namelijk uitdrukkelijk verzocht om Uw cliënt te vragen hen niet verder te benaderen en contact met U en U vervolgens met mij op te nemen omdat de situatie en naar hun meningen onjuiste visie als uitermate belastend werd ervaren. (…)”

1.9    Op 8 mei 2020 heeft een bespreking plaatsgevonden waarbij onder meer klager en verweerder aanwezig waren. Tijdens deze bespreking heeft verweerder zijn excuses aangeboden voor het telefonische contact met klager van 28 april 2020.

1.10    Op 13 mei 2020 heeft de dochter in een e-mail aan verweerder onder meer geschreven:

“Donderdag 23 april werden ik en mijn collega tot onze verbazing weer gebeld door [klager] (terwijl [klager] er al meerdere keren op is gewezen het contact via de advocaat te laten verlopen i.v.m. dat het contact met [klager] als belastend en onbehoorlijk wordt ervaren) dat er zo snel mogelijk een gesprek moest komen inzake de verkoop van de [woning]. Ik heb (…) weer verzocht het contact via onze advocaten te laten verlopen (zie eerdere mails met dit verzoek), [klager] had daar geen boodschap aan (…).

Ik vond dit telefoontje en gedrag zeer belastend en vervelend. Ik heb vervolgens [verweerder] ingeschakeld om nogmaals opnieuw voorstellen te doen bij [advocaat klager] voor een afspraak (…) Vervolgens krijgen wij geen enkel antwoord van [advocaat klager] en heeft [klager] de volgende dag weer telefonisch contact gezocht.

Omdat het gedrag van [klager] als agressief en zeer belastend wordt ervaren heb ik [verweerder] verzocht contact op te nemen met [klager] om het contact via de advocaten te laten verlopen. (…)”

1.11    Op 14 mei 2020 heeft de makelaar per e-mail aan verweerder laten weten dat klager hem op 24 april 2020 heeft geprobeerd te bellen, terwijl hij klager reeds had verzocht om verdere correspondentie aan verweerder te richten.

 

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet. Klager verwijt verweerder dat hij rechtstreeks contact met klager heeft opgenomen en hem heeft verboden contact op te nemen met de ‘andere partij’ en de verkopend makelaar.

 

3    VERWEER

3.1    Verweerder heeft tegen de klacht verweer gevoerd. Hij stelt dat klager meermalen contact had opgenomen met het makelaarskantoor en had gevraagd naar de dochter. Klager is voorbijgegaan aan de herhaalde verzoeken om het contact in de kwestie via de advocaten te laten verlopen. Mevrouw H en haar dochter c.q. de makelaar hebben verweerder daarom ‘bijna wanhopig’ gevraagd of verweerder klager wilde bellen met het verzoek de dochter niet meer lastig te vallen. Verweerder heeft daarop op 28 april 2020 getracht telefonisch contact te krijgen met klagers advocaat. Toen dit niet lukte en het ook niet mogelijk bleek een voicemail in te spreken, heeft verweerder rechtstreeks contact met klager opgenomen en hem gevraagd mevrouw H, haar dochter en/of de makelaar niet meer rechtstreeks te benaderen. Verweerder stelt dat klager niet reageerde, waarna verweerder na twee maal ‘hallo hallo’ het gesprek heeft beëindigd.

3.2    De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

 

4    BEOORDELING

4.1    De klacht richt zich tegen de advocaat van de wederpartij van klager. Dit betekent dat de klacht moet worden beoordeeld aan de hand van de door het Hof van Discipline gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt, maar kan onder meer worden begrensd indien de advocaat 1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, 2) feiten naar voren brengt waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien 3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.

4.2    In gedragsregel 25 is bepaald dat een advocaat zich in een kwestie waarvan hij weet dat de wederpartij wordt bijgestaan door een advocaat, niet anders in verbinding stelt dan door tussenkomst van die advocaat, tenzij deze laatste hem toestemming geeft rechtstreeks met die partij contact op te nemen. Het staat vast dat verweerder rechtstreeks contact met klager heeft opgenomen, terwijl klagers advocaat die toestemming niet aan verweerder had gegeven.

4.3    Verweerder heeft uitgelegd waarom hij contact met klager heeft opgenomen (zie hierboven onder 3.1). Deze uitleg staat niet op zichzelf, maar wordt ondersteund, bijvoorbeeld door de e-mail van de dochter van mevrouw H (zie hierboven onder 1.10) en de verstuurde e-mails (zie hierboven onder 1.4, 1.8 en 1.11). De voorzitter zal dan ook bij de beoordeling uitgaan van deze uitleg.

4.4    De lezingen van klager en verweerder over het telefoongesprek van 28 april 2020 verschillen. Het staat echter vast dat verweerder klager -op zijn minst- heeft verzocht te stoppen met het rechtstreeks benaderen van mevrouw H, haar dochter en/of de makelaar, dat kort na die mededeling het telefonisch contact is verbroken en dat niet is gesproken over inhoudelijke aspecten van de zaak.

4.5    Gelet op het voorgaande, waaruit volgt dat verweerder met een reden klager heeft gebeld, dat het contact zich heeft beperkt tot een verzoek, dat geen inhoudelijke aspecten aan bod zijn gekomen en dat verweerder na afloop zijn excuses heeft gemaakt, is niet gebleken dat klager door het rechtstreeks contact in zijn belangen is geschaad.

4.6    Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46j van de Advocatenwet, daarom kennelijk ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j van de Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. S.M. Krans, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. C.M. van de Kamp als griffier en uitgesproken in het openbaar op 3 maart 2021.