Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-02-2021

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2021:33

Zaaknummer

200229

Inhoudsindicatie

Klacht is ingetrokken door klager op grond van artikel 47a Advocatenwet. Het hof zal de beslissing van de raad vernietigen en verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist.

Uitspraak

BESLISSING

van 15 februari 2021

in de zaak 200229

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen

klager

 

1        DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

Het hof verwijst naar de beslissing van 21 september 2020 van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort ‘s-Hertogenbosch (zaaknummer: 20-302/DB/LI). In deze beslissing is de klacht van klager in alle onderdelen gegrond verklaard. Aan verweerder is de maatregel schorsing voor de duur van vier weken opgelegd. Verder is verweerder veroordeeld in de betaling van het griffierecht, reiskosten en proceskosten.

Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRSHE:2020:68 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

 

2        DE PROCEDURE BIJ HET HOF

2.1        Het hoger beroepschrift van verweerder tegen deze beslissing is op 20 oktober 2020 ontvangen door de griffie van het hof.

2.2        Verder bevat het dossier van het hof:

-        de stukken van de raad;

-        twee e-mailberichten van verweerder van 10 december 2020;

-        twee e-mailberichten van klager van 10 december 2020 en een e-mailbericht van 11 december 2020;

-        een e-mailbericht van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 11 december 2020;

-        een e-mailbericht van de griffier van het hof van 10 en 16 december 2020.

2.3        Het hof heeft de zaak in raadkamer behandeld.

 

3        KLACHT

3.1        De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerder het volgende:

a)        verweerder heeft de zaak van klager niet voortvarend behandeld;

b)        verweerder heeft klager onvoldoende geïnformeerd over de voortgang van de zaak;

c)        verweerder heeft de belangen van klager onvoldoende behartigd. Verweerder heeft een fatale termijn ex artikel 591a Sv jo. 591lid 2Sv laten verlopen en klager onjuist geadviseerd;

d)        verweerder weigert het dossier over te dragen;

e)  de houding van verweerder tegenover klager laat te wensen over.

 

4        BEOORDELING

4.1        In een e-mailbericht van 11 december 2020 heeft klager de griffie van het hof medegedeeld dat hij de klacht tegen verweerder intrekt. Verweerder is klager financieel tegemoet gekomen en klager beschouwt deze tegemoetkoming als een erkenning van diens tekortkomingen en acht dit gebaar in zijn richting toereikend.

4.2        Bij e-mailbericht van 11 december 2020 heeft de deken laten weten geen reden te zien de klacht over te nemen en derhalve geen bezwaar te hebben tegen een intrekking van de klacht. Naar het oordeel van het hof zijn in deze zaak geen omstandigheden aanwezig die ambtshalve voortzetting van de behandeling van de klacht als bedoeld in artikel 47a jo. 57 Advocatenwet vergen. Het hof zal de beslissing van de raad vernietigen en verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist.

 

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

- vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 21 september 2020 met nummer 20-302/DB/LI;

- verstaat dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.

 

Deze beslissing is gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans en I.P.A. van Heijst, leden, en mr. A.M. van der Hoorn, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2021.

griffier        voorzitter 

De beslissing is verzonden op 15 februari 2021.