Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-01-2021

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2021:8

Zaaknummer

19-786

Inhoudsindicatie

Klager heeft verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter om zijn klacht niet-ontvankelijk te verklaren. Klager heeft geklaagd over verweerder als advocaat van de wederpartij van zijn cliënt. Verweerder zou in een ontslagzaak onjuiste informatie hebben verschaft aan klagers cliënt. De raad heeft het verzet niet-ontvankelijk verklaard omdat ook de raad van oordeel is dat klager geen rechtstreeks belang bij zijn klacht heeft.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 11 januari 2021

in de zaak 19-786/AL/NN

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 11 maart 2020 op de klacht van:

[klager]

over

[verweerder]

 

1.    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 20 juni 2019 heeft klager zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland beklaagd over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 15 november 2019 met kenmerk KNN086/966457, door de raad ontvangen op 15 november 2019, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 11 maart 2020 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard welke beslissing op 11 maart 2020 is verzonden aan klager.

1.4    Bij brief van 31 maart 2020 door de raad ontvangen op 3 april 2020, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 13 november 2020 in aanwezigheid van klager en verweerder.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 31 maart 2020. Ook heeft de raad kennis genomen van de aanvullende stukken van klager, toegezonden bij bericht gedateerd 29 oktober 2020.

 

2.    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

 

3.    VERZET EN VERWEER

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

Klager is door het handelen van verweerder rechtstreeks in zijn belang getroffen doordat verweerder gebruik maakte van onjuiste informatie zoals bedoeld in artikel 8 van de Gedragsregels. Dat heeft klager belemmerd in het opkomen voor de belangen van zijn cliënt.

3.2    Het gemotiveerde verweer van verweerder ter zitting komt hierna, voor zover relevant, bij de beoordeling aan de orde.

 

4.    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden in verzet niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet ontvankelijk bevonden.

4.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mrs. N.A. Heidanus en E.H. de Vries, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin-van den Akker als griffier en uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2021.

 

Griffier                                                                      Voorzitter

 

Verzonden d.d. 11 januari 2021