Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-04-2020

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2020:91

Zaaknummer

200047

Inhoudsindicatie

Beroepschrift tegen een beslissing van de raad, waarin het verzet ongegrond is verklaard. Hierin geldt een appelverbod en hetgeen klager in zijn beroep heeft aangevoerd is geen aanleiding voor doorbreking van het appelverbod. Hij verzoekt namelijk een herbeoordeling van de beslissing van de raad, wat een verkapt hoger beroep in zou houden. Niet-ontvankelijk.

Uitspraak

BESLISSING

van 17 april 2020

in de zaak 200047

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (verder: de raad) van 23 september 2019, gewezen onder nummer 19-543/A/NH, en naar de beslissing van de raad van 13 januari 2020, gewezen onder hetzelfde nummer. In de beslissing van de voorzitter van de raad is de klacht van klager met toepassing van artikel 46j Advocatenwet deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard. De raad heeft het verzet daartegen in de beslissing van 13 januari 2020 ongegrond verklaard.

De verzetsbeslissing van de raad is op tuchtrecht.nl gepubliceerd als ECLI:NL:TADRAMS:2020:7. De voorzittersbeslissing is op tuchtrecht.nl gepubliceerd als ECLI:NL:TADRAMS:2019:187.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    Het beroepschrift met bijlagen van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 3 februari 2020.

2.2    Het hof heeft verder kennisgenomen van:

- de vijf e-mailberichten met bijlagen van klager d.d. 3 februari 2020;

- het e-mailbericht met bijlage van klager d.d. 17 februari 2020;

- het verweerschrift en het e-mailbericht met bijlage van verweerster d.d. 26 februari 2020;

- de drie e-mailberichten met bijlagen van klager d.d. 27 februari 2020;

- de twee e-mailberichten met bijlagen van klager d.d. 16 maart 2020;

- de stukken van klager die per post door het hof zijn ontvangen op 16 maart 2020.

2.3    Het hof heeft de zaak in raadkamer behandeld.

3    DE BEOORDELING

3.1    Uit artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet volgt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een beslissing van de raad van discipline, waarin een verzet tegen een voorzittersbeslissing niet-ontvankelijk of ongegrond is verklaard. Deze onmogelijkheid in hoger beroep te komen wordt het appelverbod genoemd.

3.2    Er kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt, als de procedure bij de raad geen eerlijk proces betrof doordat bij de behandeling van het verzet door de raad een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden. Dan kan het appelverbod worden doorbroken.

3.3    Klager heeft het hof verzocht ‘het verloop van de klacht’ te bestuderen en na  te gaan of de klacht correct is afgehandeld door de raad. Daarbij heeft klager het integrale dossier van de procedure bij de raad overgelegd. Verder heeft klager zijn klachten over [verweerster] (opnieuw) geformuleerd en toegelicht in zijn berichten aan het hof.

3.4    Het hof overweegt als volgt. Het verzoek van klager aan het hof houdt in feite een verzoek tot behandeling in hoger beroep in, namelijk: een herbeoordeling van de klacht op basis van het klachtdossier van de raad. Dit is niet mogelijk vanwege het onder 3.1. genoemde appelverbod. Voor zover klager een beroep heeft willen doen op de onder 3.2 genoemde uitzonderingsgrond, oordeelt het hof dat klager geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen waaruit zou kunnen volgen dat bij de raad geen sprake is geweest van een eerlijk proces. Het hof concludeert dan ook dat het appelverbod niet wordt doorbroken en klager niet in zijn beroep kan worden ontvangen.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

- verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 13 januari 2020, gewezen onder nummer 19-543/A/NH.

Aldus beslist door mr. T. Zuidema, voorzitter, en mrs. A.D.R.M. Boumans en I.P.A. van Heijst, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2020.

                             

griffier    voorzitter

De beslissing is verzonden op 17 april 2020.