Rechtspraak
Uitspraakdatum
24-01-2020
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2020:21
Zaaknummer
190261
Inhoudsindicatie
Beklag ex art. 13 Advocatenwet. Beklagtermijn van 6 weken overschreden. Niet-ontvankelijk.
Uitspraak
BESLISSING
van 24 januari 2020
in de zaak 190261
naar aanleiding van het beklag van:
klager
tegen:
de Deken van de Orde van Advocaten
in het arrondissement Oost-Brabant
de deken
1 HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET
Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Per brief van 8 juli 2019 heeft de deken dit verzoek afgewezen. Bij e-mailbericht van 6 september 2019 heeft klager zich bij het hof beklaagd over het feit dat de deken het verzoek heeft afgewezen.
2 HET GEDING BIJ HET HOF
2.1 Het beklagschrift is op 6 september 2019 ontvangen door de griffie van het hof.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van de e-mail van klager van 28 oktober 2019.
2.3 De deken heeft op 8 november 2019 een verweerschrift ingediend.
2.4 Het hof heeft voorts kennis genomen van de negen e-mails van klager van 7 januari 2020.
2.5 Het hof heeft de zaak in raadkamer behandeld.
3 BEOORDELING
3.1 Alvorens te komen tot een inhoudelijke behandeling van het beklag, toetst het hof in elke zaak of aan de formaliteiten voor indiening is voldaan.
3.2 De beslissing van de deken is gedateerd 8 juli 2019 en op dezelfde dag per e-mail aan klager verzonden. De termijn om tegen deze beslissing beklag in te kunnen dienen, is zes weken op grond van artikel 13, derde lid, van de Advocatenwet. Dat betekent dat klager uiterlijk op 18 augustus 2019 schriftelijk zijn beklag kon doen bij het hof.
3.3 Het beklag van klager is op 6 september 2019 door de griffie van het hof ontvangen. Vanwege de termijnoverschrijding moet het beklag daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
3.4 Aan een inhoudelijke behandeling van de beslissing van de deken komt het hof derhalve niet toe.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- verklaart het beklag tegen de beslissing van 8 juli 2019 van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans en I.P.A. van Heijst, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2020.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 24 januari 2020.