Rechtspraak
Uitspraakdatum
02-04-2020
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2020:274
Zaaknummer
200081
Inhoudsindicatie
Verwijzingsverzoek afgewezen, omdat verweerder geen lid van de raad van discipline meer is.
Uitspraak
BESLISSING
van de voorzitter van
het Hof van Discipline
van 2 april 2020
in de zaak nummer 200081
in de klachtzaak van:
klager
tegen:
verweerster
1 HET VERZOEK
De voorzitter van het hof verwijst naar de brief van 16 maart 2020 van [naam griffier], griffier van de Raad van Discipline in het ressort
’s-Hertogenbosch (verder: de raad). In deze brief verzoekt [naam griffier] de klacht van klager over verweerster voor te leggen aan de voorzitter van het hof voor verwijzing naar een raad van discipline in een ander ressort omdat klager tot 1 januari jongstleden lid was van de raad.
2 DE BEOORDELING
2.1 Klachten met betrekking tot (plaatsvervangende) leden van raden van discipline worden op grond van artikel 46aa Advocatenwet door de voorzitter van het hof verwezen naar een andere raad van discipline voor behandeling.
2.2 In deze zaak was klager tot 1 januari 2020 lid van de raad. De klacht is aan de raad voorgelegd bij brief van de deken d.d. 12 maart 2020. Nu het lidmaatschap van klager van de raad op dat moment al geëindigd was en artikel 46aa Advocatenwet enkel ruimte laat voor verwijzing van klachten met betrekking tot actieve leden van de raad, ziet de voorzitter van het hof geen aanleiding over te gaan tot verwijzing van deze klacht. De voorzitter zal dan ook overgaan tot afwijzing van het verzoek tot verwijzing.
BESLISSING
De voorzitter van het Hof van Discipline:
- wijst af het verzoek d.d. 16 maart 2020 tot verwijzing van de klacht van klager tegen verweerster aan een raad van discipline in een ander ressort.
Aldus beslist op 2 april 2020 door mr. T. Zuidema, voorzitter.
Voorzitter
De beslissing is verzonden op 6 april 2020.