Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-10-2020
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2020:202
Zaaknummer
200097
Inhoudsindicatie
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding
Uitspraak
BESLISSING
van 5 oktober 2020
in de zaak 200097
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
tegen:
klager
1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD
1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 9 maart 2020 in de zaak met nummer 19-709/AL/NN, op deze datum aan partijen toegezonden. De raad heeft de klacht gegrond verklaard, de maatregel van berisping opgelegd en verweerder veroordeeld in de proceskosten.
1.2 De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRARL:2020:67.
2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF
2.1 Het beroepschrift van verweerder is per fax op 9 april 2020 ter griffie van het hof ontvangen. Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- het antwoord in appel van klager.
2.2 Het hof heeft partijen bericht dat bij de behandeling van de zaak op de zitting van 28 augustus 2020 de ontvankelijkheid van het hoger beroep aan de orde zou worden gesteld. Zowel klager als verweerder hebben het hof bericht niet te zullen verschijnen.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:
a) zijn kantoorverplaatsing per 1 juli 2018 niet aan de advocaat van de wederpartij door te geven c.q. ervoor te zorgen dat de aan hem gerichte correspondentie door zijn voormalig kantoor aan zijn huidig kantoor werd doorgestuurd;
b) een onjuiste, kennelijk ondeskundige (her)berekening te maken van de door klager te betalen kinderalimentatie en klager op basis daarvan trachten af te houden van het indienen van een wijzigingsverzoek;
c) verantwoordelijk te zijn voor de door klager geleden schade omdat klager door de ondeskundige advisering van verweerder teveel kinderalimentatie heeft betaald, die door de wederpartij niet meer wordt terugbetaald met een beroep op het feit dat eenmaal betaalde kinderalimentatie geconsumeerd is;
d) ondanks herhaalde toezeggingen om met een passend voorstel ter compensatie van de door klager geleden schade te komen dat na vijf maanden, met allerlei smoezen, nog steeds niet te hebben gedaan.
4 BEOORDELING
Ontvankelijkheid
4.1 Artikel 56 Advocatenwet bepaalt dat hoger beroep binnen 30 dagen na de verzending van de beslissing van de raad moet worden ingesteld. Uiterlijk op de dertigste dag moet het beroepschrift in het bezit zijn van het hof. De uitspraak van de raad is op 9 maart 2020 aan verweerder verzonden. Dat betekent dat het beroepschrift op 8 april 2020 in het bezit van het hof had moeten zijn. Nu het beroepschrift door het hof eerst op 9 april 2020 is ontvangen, moet verweerder niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn hoger beroep.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- verklaart verweerder niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 9 maart 2020 in de zaak met nummer 19-709/AL/NN.
Aldus gewezen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. mrs. P.T. Gründemann, H. van Loo, A.A.H. Zegers en G.J.K. Elsen, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2020.
Griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 5 oktober 2020.