Rechtspraak
Uitspraakdatum
31-08-2020
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2020:171
Zaaknummer
200050
Inhoudsindicatie
Appelverbod. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 50,- aan klager. Het beroep van klager richt zich tegen het oordeel van de raad dat geen maatregel is opgelegd. Nu klager appelleert tegen een beslissing waarbij zijn klacht gegrond is verklaard, is hij daarin niet-ontvankelijk.
Uitspraak
BESLISSING
van 31 augustus 2020
in de zaak 200050
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 DE PROCEDURE BIJ DE RAAD
1.1 Het hof verwijst naar de beslissing van 27 januari 2020 van de Raad van Discipline in het ressort
den Haag (hierna: de raad) gewezen onder zaaknummer: 19-655/DH/RO. Deze beslissing is op 27 januari 2020 aan partijen toegezonden. In deze beslissing is de klacht van klager gegrond verklaard. De raad heeft verweerder geen maatregel opgelegd. Verweerder is veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 50,- aan klager.
De beslissing van de raad is op tuchtrecht.nl gepubliceerd als ECLI:NL:TADRARL:2020:17.
2 DE PROCEDURE BIJ HET HOF
2.1 Het beroepschrift met bijlagen van klager is op 19 februari 2020 door de griffie van het hof ontvangen.
2.2 Verder bevat het dossier van het hof:
- de stukken van de raad;
- het verweerschrift van 6 maart 2020 ontvangen door de griffie van het hof op 9 maart 2020 van verweerder.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld tijdens de openbare zitting van 6 juli 2020 waar alleen verweerder is verschenen.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven en voor zover in hoger beroep nog van belang, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij de zaak bij het EHRM door een ‘administratieve blunder’ niet op de juiste wijze heeft ingediend, als gevolg waarvan de zaak niet inhoudelijk is behandeld.
4 BEOORDELING
4.1 De raad heeft de klacht gegrond verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 50,- aan klager. Het beroep van klager richt zich tegen het oordeel van de raad dat geen maatregel is opgelegd.
4.2 Klager is niet-ontvankelijk in zijn beroep, omdat artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet bepaalt dat een klager alleen in beroep kan als zijn klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard. Nu klager appelleert tegen een beslissing waarbij zijn klacht gegrond is verklaard, is hij daarin niet-ontvankelijk.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 27 januari 2020, gewezen onder nummer 19-655/DH/RO.
Aldus gewezen door mr. T. Zuidema, voorzitter, mrs. I.P.A. van Heijst en E.J. Numann, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van der Hoorn, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2020.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 31 augustus 2020.