Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-07-2020
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2020:155
Zaaknummer
19-835/A/A
Inhoudsindicatie
Ongegrond verzet
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 13 juli 2020
in de zaak 19-835/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 20 januari 2020 op de klacht van:
klagers
gemachtigde:
mr. V.C. van der Velde
advocaat te Almere
over:
verweerder
gemachtigde:
mr. P.C.J. Twaalfhoven
advocaat te Amsterdam
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 6 januari 2019 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 9 december 2019 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2019-773714 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 20 januari 2020 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is op 20 januari 2020 verzonden aan partijen.
1.4 Op 18 februari 2020 hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 18 februari 2020 ontvangen.
1.5 Vanwege de Coronamaatregelen heeft de mondelinge behandeling van het verzet plaatsgevonden via een videoconferentie op 2 juni 2020. Daarbij waren klager 1 (tevens als vertegenwoordiger van klagers 2, 3 en 4) en verweerder, beiden bijgestaan door hun gemachtigden, aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de klacht ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, waarbij voorbij is gegaan aan de relevantie van de door klagers genoemde feiten en omstandigheden.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komen klagers in verzet niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klagers aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden niet-ontvankelijk bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. P.M. Wamsteker, voorzitter, mrs. S. van Andel, G. Kaaij, leden, bijgestaan door mr. N.M.K. Damen als griffier en uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2020.
Griffier Voorzitter
Verzonden op 13 juli 2020
mededelingen van de griffier ter informatie:
Deze beslissing is gelijktijdig in afschrift verzonden.