Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-07-2020
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2020:154
Zaaknummer
19-847/A/A
Inhoudsindicatie
Ongegrond verzet.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 13 juli 2020
in de zaak 19-847/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 27 januari 2020 op de klacht van:
klaagster
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 9 januari 2019 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 13 december 2019 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2019-792263 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 27 januari 2020 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 27 januari 2020 verzonden aan partijen.
1.4 Op 23 februari 2020 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op diezelfde datum ontvangen.
1.5 Vanwege de Coronamaatregelen heeft de raad deze zaak met instemming van partijen schriftelijk afgedaan. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om in aanvulling op het klachtdossier een nadere schriftelijke reactie te geven. Bij e-mail van 15 juni 2020 heeft klaagster dat gedaan. Verweerder heeft hierop bij e-mail van 24 juni 2020 gereageerd.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd, van het verzetschrift en van de in 1.5 genoemde correspondentie.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet komen neer op een herhaling van de klacht met een verzoek om herbeoordeling.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. C. Kraak, voorzitter, mrs. S. van Andel en D. Horeman, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 juli 2020.
Griffier Voorzitter
Verzonden op 13 juli 2020
mededelingen van de griffier ter informatie:
Deze beslissing is gelijktijdig in afschrift verzonden.