Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-06-2020

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2020:116

Zaaknummer

200040

Inhoudsindicatie

Beroep tegen voorzittersbeslissing van de raad. Hof verklaart zich onbevoegd.

Uitspraak

BESLISSING                      

van 22 juni 2020

in de zaak 200040

naar aanleiding van het hoger beroep van:

1.

klager

2.

klaagster

hierna samen: klagers

tegen:

verweerster

 

1    DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1    Het hof verwijst naar de beslissing van 20 januari 2020 van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (zaaknummer: 19-657/DH/RO/H), waarin het herzieningsverzoek van klagers niet-ontvankelijk is verklaard. Dit verzoek betrof de herziening van de beslissing van 9 september 2019 van de raad, waarin het verzet van klagers tegen een voorzittersbeslissing ongegrond is verklaard. Deze beslissing op het herzieningsverzoek is op 20 januari 2020 aan partijen toegezonden.

1.2    De beslissing over het herzieningsverzoek is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSGR:2020:9.

 

2    DE PROCEDURE BIJ HET HOF

2.1    Het beroepschrift van klager tegen deze beslissing is op 28 januari 2020 ontvangen door de griffie van het hof. Verder bevat het dossier van het hof de stukken van de raad.

2.2    Het hof heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling tijdens de openbare zitting van 20 april 2020.

2.3    Het hof heeft partijen op 2 april 2020 bericht dat op basis van de door het kabinet genomen maatregelen in verband met de bestrijding van het coronavirus de zittingen tot 1 juni 2020 geen doorgang vinden. Om een grote vertraging in de behandeling van deze zaak te voorkomen, heeft het hof – met instemming van partijen – besloten om  deze zaak schriftelijk af te doen.

2.4    Het hof heeft partijen op 1 mei 2020 in de gelegenheid gesteld nadere stukken in te dienen en daarvoor een termijn van een week gesteld.

2.5    Het hof heeft op 5 mei 2020 een brief met bijlagen van klagers ontvangen. Verweerster heeft per e-mail van 4 mei 2020 het hof bericht dat zij haar eerder ingenomen standpunten handhaaft, de stellingen van klagers betwist en zich refereert aan het oordeel van het hof.

2.6    Het hof heeft partijen op 18 mei 2020 bericht dat het onderzoek is gesloten en dat heden uitspraak wordt gedaan.

 

3    BEOORDELING

3.1    Het beroep van klagers is gericht tegen een voorzittersbeslissing van de raad. Ingevolge artikel 46h Advocatenwet staat tegen een voorzittersbeslissing het rechtsmiddel van verzet open. Klagers hebben van dit rechtsmiddel geen gebruik gemaakt. Tegen de voorzittersbeslissing van de raad staat geen beroep of ander rechtsmiddel bij het hof open. Het hof zal zich onbevoegd verklaren.

 

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

- verklaart zich onbevoegd in het ‘beroep’ tegen de beslissing van 20 januari 2020 van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag, gewezen onder nummer 19-657/DH/RO/H.

 

Aldus gewezen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. G. Creutzberg en I.P.A. van Heijst, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2020.

griffier    voorzitter   

De beslissing is verzonden op 22 juni 2020.