Rechtspraak
Uitspraakdatum
25-11-2019
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2019:276
Zaaknummer
18-922
Inhoudsindicatie
Verzetbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Diens optreden is binnen de grenzen van de vrijheid die hij heeft bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt. Verzet is ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 25 november 2019
in de zaak 18-922
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 27 maart 2019 op de klacht van:
klaagster
tegen
verweerder
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief van 13 augustus 2018 heeft klaagster zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel beklaagd over verweerder.
1.2 Bij brief aan de raad van 22 november 2018 met kenmerk 51/18/046, door de raad ontvangen op 23 november 2018, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.3 Bij beslissing van 27 maart 2019 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 maart 2019 is verzonden aan klaagster.
1.4 Bij brief van 4 april 2019 door de raad ontvangen op 5 april 2019, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 27 september 2019 in aanwezigheid van klaagster. Verweerder heeft een bericht van verhindering aan de raad gezonden.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 4 april 2019.
2. FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.
3. VERZET EN VERWEER
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
a) Verweerder is niet onafhankelijk en partijdig. Hij heeft onjuiste informatie aan de rechters verschaft.
b) Verweerder (en zijn cliënt) hebben klaagster onder druk gezet om een vaststellingsovereenkomst te tekenen. Ook moest zij een koopovereenkomst tekenen.
3.2 Het gemotiveerde verweer van verweerder ter zitting komt hierna, voor zover relevant, bij de beoordeling aan de orde.
4. BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. M.L.C.M. van Kalmthout en P. Rijnsburger, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin-van den Akker als griffier en uitgesproken in het openbaar op 25 november 2019.
Griffier Voorzitter