Rechtspraak
Uitspraakdatum
23-09-2019
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2019:195
Zaaknummer
19-574/A/A
Inhoudsindicatie
Klacht over advocaat wederpartij. De klacht is kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder zonder toestemming van klager zijn telefoonnummer aan een derde heeft verstrekt.
Uitspraak
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 23 september 2019
in de zaak 19-574/A/A
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) van 14 augustus 2019 met kenmerk 2018-718416, door de raad ontvangen op 15 augustus 2019, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.
1.1 Klager is eigenaar van een appartement in Amsterdam welk appartement hij heeft verhuurd. In dat appartement is verweerders cliënt gearresteerd, waarbij een huiszoeking door de politie heeft plaatsgevonden. De gemeente heeft de woning voor drie maanden gesloten. Er zijn beschadigingen opgetreden als gevolg van de doorzoeking, er lagen nog spullen van verweerders cliënt in de woning en klager kon de woning een aantal maanden niet verhuren.
1.2 Klagers advocaat heeft het openbaar ministerie (OM) per e-mail benaderd met de vraag wie de advocaat is van de persoon die in de woning is aangehouden. Het OM heeft de e-mail doorgezonden aan verweerder. Verweerder heeft vervolgens contact opgenomen met de advocaat van klager. Zij heeft verweerder laten weten dat zij zijn gegevens rechtstreeks aan klager zou verstrekken zodat haar cliënt zelf contact met verweerder kon opnemen.
1.3 Tussen klager en verweerder is daarna telefonisch en per e-mail contact geweest over onder andere de hoogte van de vergoeding van de door klager geleden schade. Er is overeenstemming bereikt.
1.4 Op 12 oktober 2018 heeft een e-mailswisseling tussen klager en verweerder plaatsgevonden waarbij verweerder schreef:
“Als het goed is, belt het verhuisbedrijf u voor een afspraak en de betaling (…)”
In reactie heeft klager onder andere per email bericht:
“Heel mooi, (…)”
Aanvullend heeft klager gevraagd:
“Oh en welk verhuisbedrijf is het ?”
1.5 Op 16, 18 en 19 oktober 2018 heeft klager aan verweerder (samengevat) gevraagd om contact c.q. actie.
1.6 Op 30 oktober 2018 heeft een e-mailwisseling plaatsgevonden tussen klager en verweerder. Op die dag heeft klager geschreven:
“(…) Heeft u mijn nummer aan een ene [A] gegeven? Hij belde mij om de flat leeg te halen.”
In reactie heeft verweerder geschreven:
“Dat zal inderdaad degene zijn”
1.7 Bij e-mail van 5 november 2018 heeft verweerder als volgt aan klager geschreven:
“(…) Ik heb gevraagd of de contactpersoon van uw cliënt, [A] genaamd de 5000 euro bij u op kantoor achter wil laten. Wilt u mij een seintje geven als dat gebeurd is?”
In reactie heeft verweerder aan klager medegedeeld:
“(…) Dat zal niet mogelijk zijn. Ik mag geen contant geld aannemen of bewaren. (…)”
1.8 Bij formulier van 2 november 2018 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij zonder de toestemming van klager zijn privénummer aan een derde heeft gegeven. Verweerder heeft daarmee in strijd gehandeld met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
3 VERWEER
3.1 Verweerder voert verweer dat hierna, voor zover van belang, zal worden weergegeven.
4 BEOORDELING
4.1 De voorzitter is van oordeel dat verweerder dient te worden aangemerkt als advocaat van de wederpartij. Een advocaat geniet een ruime mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel.
4.2 Verweerder betwist dat hij zonder toestemming het telefoonnummer van klager aan een derde heeft gegeven. Verweerder heeft in het kader van de getroffen regeling telefonisch aan klager gevraagd of hij zijn 06-nummer mocht verstrekken, zodat een afspraak om spullen op te laten halen uit het appartement rechtstreeks kon worden gemaakt. Klager is daarmee akkoord gegaan waarna verweerder het 06-nummer heeft verstrekt aan de contactpersoon van zijn cliënt. Klager heeft verweerder op geen enkel moment laten weten dat hij niet wenste dat zijn 06-nummer zou worden verstrekt. Verweerder is nadat overeenstemming is bereikt over de wederzijdse afspraken met medeweten van klager ertussenuit gestapt, aldus steeds verweerder.
4.3 De voorzitter overweegt dat verweerder de klacht gemotiveerd en met stukken onderbouwd heeft weersproken. Tegenover de betwisting door verweerder heeft klager zijn klacht onvoldoende onderbouwd. Klager heeft herhaald dat hij geen toestemming heeft gegeven om zijn 06-nummer aan de cliënt van verweerder of zijn familie of vrienden te geven. Klager is daarbij niet ingegaan op de door verweerder in dat kader ingebrachte e-mails waaruit blijkt dat klager contact heeft gehad met A, degene aan wie verweerder zijn 06-nummer heeft gegeven, over de afwikkeling van de gemaakte afspraak. Klager heeft niet eerder dan met het indienen van zijn klacht bij de deken bezwaar gemaakt tegen het verstrekken van zijn telefoonnummer aan een derde. Gelet op het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder zonder toestemming het telefoonnummer van klager aan een derde heeft verstrekt. De klacht wordt, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, dan ook kennelijk ongegrond verklaard.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.
Aldus in het openbaar uitgesproken door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M.C. de Ruijter als griffier op 23 september 2019.
Griffier Voorzitter
mededelingen van de griffier ter informatie:
Deze beslissing is in afschrift op 23 september 2019 verzonden.