Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-08-2019

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2019:160

Zaaknummer

19-426/A/NH

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Geen sprake van schending van Gedragsregel 15 lid 1 nu klaagster nimmer de cliënte van verweerster is geweest.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van  12 augustus 2019

in de zaak 19-426/A/NH

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

tegen:   

verweerster

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) van 27 juni 2019 met kenmerk td/md/19-050-785627, digitaal door de raad ontvangen op diezelfde datum, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1    Klaagster heeft een eenmanszaak. Zij heeft op 20 augustus 2018 via de website van een incassobureau (hierna: het incassobureau) een incassoformulier ingevuld, waarbij zij een vordering ter hoogte van € 40.979,22 heeft ingediend. Het incassobureau heeft vervolgens incassowerkzaamheden verricht. Verweerster is de advocaat van het incassobureau.

1.2    Op 23 augustus 2018 heeft er telefonisch contact plaatsgevonden tussen klaagster en verweerster.

1.3    De in 1.1 genoemde vordering is uiteindelijk door de debiteur aan klaagster betaald. Het incassobureau heeft op 18 september 2018 haar eindafrekening aan klaagster gestuurd. Klaagster is met deze eindafrekening niet akkoord gegaan.

1.4    Op 24 september 2018 heeft verweerster namens het incassobureau een verzoek tot het leggen van conservatoir derdenbeslag ten laste van klaagster bij de rechtbank ingediend. In het beslagrekest staat, voor zover hier van belang:

“17. Gelet op de hoogte van de vordering en het zonder enige gegronde reden uitblijven van betaling door [de eenmanszaak van klaagster], heeft [het incassobureau] namelijk vrees omtrent de financiële situatie van [de eenmanszaak van klaagster],”

1.5    Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter heeft verweerster namens het incassobureau op 26 september 2018 conservatoir derdenbeslag ten laste van klaagster doen leggen onder de ABN AMRO Bank.

1.6    Bij e-mail van 27 september 2018 heeft klaagster verweerster verzocht het beslag op te heffen. Verweerster heeft klaagster hierop bij e-mail van 28 september 2018 onder meer meegedeeld dat het beslag kan worden opgeheven indien door klaagster voldoende zekerheid wordt verstrekt in de vorm van een bankgarantie dan wel indien klaagster tot betaling van de vordering overgaat.

1.7    Bij e-mail van 1 oktober 2018 heeft verweerster klaagster meegedeeld dat zij namens haar cliënte opdracht heeft gegeven aan de deurwaarder om het beslag te beperken tot de hoogte van de vordering (vermeerderd met rente en kosten).

1.8    Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard verstekvonnis van 27 november 2018 zijn de vorderingen van het incassobureau jegens klaagster toegewezen. Het incassobureau heeft zich in deze procedure niet laten bijstaan door verweerster.

1.9    Op 1 februari 2019 heeft klaagster bij de deken een klacht ingediend over verweerster.

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

a)    nadat zij klaagster telefonisch had geadviseerd, het incassobureau heeft bijgestaan tegen klaagster en daarbij haar geheimhoudingsverplichting heeft geschonden;

b)    namens haar cliënte zonder aankondiging beslag heeft doen leggen op het volledige tegoed van de rekening van klaagster terwijl de vordering beduidend lager was.

3    VERWEER

3.1    Verweerster voert verweer dat hierna, voor zover van belang, zal worden weergegeven.

4    BEOORDELING

Klachtonderdeel a)

4.1    Klaagster heeft dit klachtonderdeel als volgt toegelicht. Klaagster is door het incassobureau dat zij had ingeschakeld doorverwezen naar verweerster om haar eventueel als advocaat in de arm te nemen. Op 23 augustus 2018 heeft klaagster haar zaak telefonisch aan verweerster voorgelegd en heeft verweerster klaagster geadviseerd. Vervolgens is verweerster namens het incassobureau tegen klaagster opgetreden en heeft zij hetgeen klaagster haar in vertrouwen heeft verteld ten voordele van het incassobureau gebruikt. Hiermee heeft zij haar geheimhoudingsplicht geschonden, aldus klaagster.

4.2    Verweerster heeft aangevoerd dat de incassowerkzaamheden volgens klaagster niet snel genoeg gingen, reden waarom klaagster het incassobureau heeft gevraagd naar andere mogelijkheden tot incasso. Het incassobureau heeft verweerster daarop telefonisch gevraagd of er de mogelijkheid was om tot beslaglegging bij en/of dagvaarding van de debiteur over te gaan. Verweerster heeft het incassobureau daarop meegedeeld dat dit mogelijk is en dat klaagster haar daarover desgewenst zou mogen bellen. In augustus 2018 heeft klaagster telefonisch contact met verweerster gezocht. Dat contact was zeer kort en eenmalig, aangezien klaagster slechts wilde weten of zij tot dagvaarding en/of beslaglegging kon over gaan, aldus verweerster.

4.3    De voorzitter stelt bij de beoordeling van dit klachtonderdeel voorop dat het de advocaat in beginsel niet is toegestaan tegen een cliënt of een voormalige cliënt van hem op te treden. Dit volgt uit Gedragsregel 15 lid 1. De advocaat dient zich niet in een situatie te begeven dat hij in een belangenconflict met zijn cliënt geraakt, terwijl voorts de cliënt erop moet kunnen vertrouwen dat vertrouwelijke informatie niet tegen hem kan worden gebruikt.

4.4    Anders dan klaagster kennelijk veronderstelt, is de voorzitter van oordeel dat klaagster niet is aan te merken als (voormalig) cliënte van verweerster. Het enkele feit dat verweerster op verzoek van het incassobureau, haar cliënte, op 23 augustus 2018 een (kort) telefonisch gesprek met klaagster heeft gehad over enkele vragen die klaagster had met betrekking tot eventueel te nemen rechtsmaatregelen jegens haar debiteur, is onvoldoende om tot de conclusie te komen dat sprake is (geweest) van een advocaat-cliëntrelatie. Verweerster heeft verder ook geen werkzaamheden voor klaagster verricht behalve het geven van deze informatie. Nu klaagster niet kan worden aangemerkt als (voormalig) cliënte van verweerster, is van strijd met Gedragsregel 15 lid 1 geen sprake. Klachtonderdeel a) is reeds daarom kennelijk ongegrond.

4.5    De voorzitter overweegt ten overvloede dat klaagster niet nader heeft geconcretiseerd welke vertrouwelijke informatie, afkomstig van klaagster, verweerster tegen klaagster heeft gebruikt. Klaagster heeft weliswaar verwezen naar punt 17 van het beslagrekest (zie 1.4), maar die overweging is vrij standaard en bovendien beschikte de cliënte van verweerster (ook) over die informatie.

Klachtonderdeel b)

4.6    In dit klachtonderdeel verwijt klaagster verweerster dat er beslag is gelegd op het volledige tegoed op de bankrekening van klaagster (€ 50.000), terwijl de vordering slechts € 8.000 bedroeg en dat verweerster klaagster pas vijf dagen na de beslaglegging heeft geïnformeerd over de mogelijkheid te verzoeken het bedrag van de beslaglegging te verminderen tot de hoogte van de vordering.

4.7    Verweerster heeft aangevoerd dat zij namens haar cliënte uitgebreid heeft gereageerd op het verzoek van klaagster om het beslag op te heffen. Klaagster weigerde om vervangende zekerheid te stellen voor de geldvordering waarvoor het beslag was gelegd, reden waarom verweerster klaagster in eerste instantie heeft meegedeeld dat het beslag niet hoefde te worden opgeheven. Uiteindelijk heeft verweerster in overleg met haar cliënte besloten om het beslag te beperken tot de hoogte van de vordering omdat klaagster iedereen telefonisch en per e-mail lastig bleef vallen. Bij een bankbeslag wordt door de bank altijd de gehele bankrekening waar het beslag op wordt gelegd geblokkeerd. Dit is een standaardprocedure. Het is vervolgens aan de beslagene om een bankgarantie dan wel andere vervangende zekerheid te verstrekken om dit beslag te beperken, aldus nog steeds verweerster.

4.8    De voorzitter overweegt als volgt. Verweerster heeft in het belang van haar cliënte, na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter, conservatoir derdenbeslag doen leggen ten laste van klaagster. Verweerster heeft terecht aangevoerd dat bij een bankbeslag in de regel de gehele bankrekening waar het beslag op wordt gelegd door de bank wordt geblokkeerd. Dat is in het geval van klaagster ook gebeurd. Verweerster heeft klaagster geïnformeerd over de mogelijkheden om het beslag op te laten heffen, namelijk het stellen van vervangende zekerheid of het voldoen van de openstaande vordering. Klaagster was daartoe kennelijk niet bereid. De cliënte van verweerster heeft uiteindelijk, zonder daartoe verplicht te zijn, het beslag beperkt tot de hoogte van de vordering. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien wat verweerster hierbij tuchtrechtelijk valt te verwijten. Klachtonderdeel b) is derhalve eveneens kennelijk ongegrond.

4.9    Voor zover klaagster er ook nog over klaagt dat het beslag is gelegd zonder aankondiging vooraf overweegt de voorzitter dat het zonder voorafgaande mededeling doen leggen van conservatoir beslag in zijn algemeenheid niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is, gezien de aard van de maatregel. Verweerster heeft ter zake van het beslag verlof gevraagd en verkregen. Bijzondere omstandigheden die verweerster zouden hebben genoopt tot het vooraf melden aan klaagster of het geven van een redelijke termijn alvorens over te gaan tot het treffen van rechtsmaatregelen zijn niet gesteld of gebleken.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

Aldus in het openbaar uitgesproken door mr. E.J. van der Molen, plaatsvervangend  voorzitter, met bijstand van mr. S. van Excel als griffier op 12 augustus 2019.

Griffier     Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 12 augustus 2019 verzonden.