Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-07-2019

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2019:154

Zaaknummer

19-140/A/A

Inhoudsindicatie

Ongegrond verzet

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van 22 juli 2019

in de zaak 19-140/A/A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 18 april 2019 op de klacht van:

klager

tegen:

    

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Op 20 juli 2018 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 7 maart 2019 met kenmerk 2018-679738, door de raad ontvangen op 7 maart 2019, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 18 april 2019 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) klager deels kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht en de klacht voor het overige kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 18 april 2019 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief met bijlagen van 17 mei 2019, door de raad ontvangen op 17 mei 2019, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 1 juli 2019 in aanwezigheid van klager, vergezeld van mevrouw B. Bakker, en verweerder.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 17 mei 2019.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, kort en zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 De voorzitter heeft ten aanzien van klachtonderdeel a) ten onrechte overwogen dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden; klager heeft wel degelijk belang bij dit klachtonderdeel en is daarom wel ontvankelijk in klachtonderdeel a).

3.2 De voorzitter heeft ten aanzien van klachtonderdeel c) ten onrechte overwogen dat klager dit klachtonderdeel onvoldoende heeft onderbouwd.

4 BEOORDELING

4.1 De raad stelt vast dat het verzet zich uitsluitend richt tegen de beoordeling door de voorzitter van klachtonderdelen a) en c). Alvorens tot een eventuele verdere inhoudelijke beoordeling van deze klachtonderdelen te kunnen komen, dient sprake te zijn van een gegrond verzet. Daartoe moet worden nagegaan of in redelijkheid geen twijfel over de juistheid van de beslissing van de voorzitter kan bestaan. Twijfel kan mogelijk bestaan bij het niet toepassen van een juiste maatstaf door de voorzitter of wanneer van onjuiste feiten is uitgegaan.

4.2 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter klager terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in klachtonderdeel a) en klachtonderdeel c) terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. De raad overweegt hierbij nog dat ook als verweerder tijdens een zitting of tijdens een algemene vergadering van aandeelhouders zijn stem heeft verheven en/of is opgestaan en/of boos is geworden, zoals mevrouw B op de zitting van de raad heeft verklaard, dit nog niet betekent dat verweerder geen gepaste afstand tot zijn cliënten houdt of te emotioneel betrokken is.

4.3 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. C. Kraak, voorzitter, mrs. D. Horeman en A.S. Kamphuis, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 juli 2019.

Griffier Voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 22 juli 2019 verzonden.