Rechtspraak
Uitspraakdatum
28-01-2019
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2019:31
Zaaknummer
18-503/DH/DH/D
Inhoudsindicatie
Herstelbeslissing die behoort bij de beslissing van de raad van 28 januari 2019.
Uitspraak
Herstelbeslissing van 25 maart 2019
in de zaak 18-503/DH/DH/D
naar aanleiding van het bezwaar van:
de deken van de Orde van Advocaten
in het arrondissement Den Haag
klager
tegen:
verweerster
Klager heeft met juistheid gewezen op een vergissing in de eerdere uitspraak gedateerd 28 januari 2019 en gewezen onder nummer 18-503/DH/DH/D.
In het dictum van deze beslissing is onder meer het volgende opgenomen:
- beveelt dat deze beslissing en de gronden waarop zij berust zal worden openbaargemaakt door aanplakking van deze uitspraak in de advocatenkamer van het Paleis van Justitie te ’s-Gravenhage, door toezending van een afschrift van deze uitspraak aan alle Raden van Toezicht in den lande met het verzoek om openbaarmaking op de ter plaatse gebruikelijke wijze en door plaatsing op de websites van de raden van discipline en van de Nederlandse Orde van Advocaten;
Het dictum is op dit punt onjuist, aangezien er sinds 2015 geen Raden van Toezicht meer zijn, maar Raden van de Orde.
Hier is sprake van een kennelijke vergissing.
Derhalve zal de raad de hiervoor genoemde beslissing als volgt herstellen.
BESLISSING
De raad herstelt zijn beslissing, gedateerd 28 januari 2019, gewezen onder nummer 18-503/DH/DH/D en verstaat dat in het dictum van de beslissing
- beveelt dat deze beslissing en de gronden waarop zij berust zal worden openbaargemaakt door aanplakking van deze uitspraak in de advocatenkamer van het Paleis van Justitie te ’s-Gravenhage, door toezending van een afschrift van deze uitspraak aan alle Raden van Toezicht in den lande met het verzoek om openbaarmaking op de ter plaatse gebruikelijke wijze en door plaatsing op de websites van de raden van discipline en van de Nederlandse Orde van Advocaten;
wordt vervangen door:
- beveelt dat deze beslissing en de gronden waarop zij berust zal worden openbaargemaakt door aanplakking van deze uitspraak in de advocatenkamer van het Paleis van Justitie te ’s-Gravenhage, door toezending van een afschrift van deze uitspraak aan alle Raden van de Orde in den lande met het verzoek om openbaarmaking op de ter plaatse gebruikelijke wijze en door plaatsing op de websites van de raden van discipline en van de Nederlandse Orde van Advocaten;
De beslissing blijft voor het overige in stand.
Deze beslissing zal worden gehecht aan de hiermee herstelde beslissing en kan slechts in samenhang hiermee worden gezien.
Aldus beslist door mr. M.P.J.G. Göbbels, voorzitter, mrs. M.G. van den Boogerd, M.P. de Klerk, P.J.E.M. Nuiten en P.C.M. van Schijndel, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier op 25 maart 2019.