Rechtspraak
Uitspraakdatum
18-12-2018
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2018:225
Zaaknummer
180281
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Verzoek om verwijzing dekenklacht (art. 46c lid 5 Advocatenwet). Klacht tegen de deken over de klachtbehandeling van een door de voorzitter verwezen dekenklacht. Voor de beoordeling van de verwezen klacht - waarover de aangewezen deken een visie heeft gegeven -, staat de procedure bij de raad van discipline open. Opnieuw vragen om verwijzing is misbruik van klachtrecht. Niet verwezen.
Uitspraak
BESLISSING
van de voorzitter van
het Hof van Discipline
van 18 december 2018
in de zaak nummer 180281
in de klachtzaak van:
klager
tegen:
mr. J.F.C. Schnitzler
in zijn hoedanigheid van deken van de Orde van Advocaten
in het arrondissement Oost-Brabant
deken Oost-Brabant
1 HET VERZOEK
De voorzitter van het hof verwijst naar de e-mailberichten van klager van
onder meer 15, 25 en 26 oktober 2018, waarin klager een klacht indient tegen de deken.
2 DE BEOORDELING
2.1 Klager heeft in 2017 een klacht ingediend over mr. [X], advocaat te [plaats], bij mr. drs. V.N. Waterschoot, deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland (verder: deken Gelderland). Naar aanleiding van de behandeling van deze klacht door de deken Gelderland heeft klager een klacht over deze deken voorgelegd aan de voorzitter van het Hof van Discipline. De voorzitter heeft deze klacht bij beslissing van 31 oktober 2017 op grond van het bepaalde in artikel 46c, vijfde lid, Advocatenwet verwezen naar de deken Oost-Brabant voor onderzoek en behandeling.
2.2 De deken Oost-Brabant heeft onderzoek ingesteld naar de klacht en bij brief van 21 juni 2018 zijn dekenvisie gegeven over de klacht tegen de deken Gelderland, waarbij hij heeft aangegeven dat klager de deken kan vragen om zijn klacht aan de Raad van Discipline voor te leggen. Als klager het oneens is met het standpunt van de deken Oost-Brabant, ligt het op zijn weg de deken te verzoeken zijn klacht ter kennis van de Raad van Discipline te brengen. De Raad van Discipline beoordeelt de klacht zelfstandig en is op geen enkele wijze gebonden aan de bevindingen van de deken. Door opnieuw om een verwijzing te vragen naar aanleiding van een dekenklacht maakt klager naar het oordeel van de voorzitter van het hof misbruik van het klachtrecht. Het verzoek om verwijzing wordt om deze reden afgewezen.
BESLISSING
De voorzitter van het Hof van Discipline:
- wijst het verzoek om de klacht over de deken te verwijzen naar een andere deken af.
Aldus beslist op 18 december 2018 door mr. T. Zuidema, voorzitter.
voorzitter
De beslissing is verzonden op 20 december 2018.