Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-11-2018
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2018:224
Zaaknummer
180251
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Verzoek om verwijzing dekenklacht (art. 46c lid 5 Advocatenwet). Zodanig onbegrijpelijk dat hieruit niet een serieus te nemen klacht valt af te leiden. Niet verwezen.
Uitspraak
BESLISSING
van de voorzitter van
het Hof van Discipline
van 13 november 2018
in de zaak nummer 180251
in de klachtzaak van:
klaagster
gemachtigde
tegen:
mr. E.J. Henrichs
in zijn hoedanigheid van deken van de Orde van Advocaten
in het arrondissement Amsterdam
deken
1 HET VERZOEK
De voorzitter van het hof verwijst naar de brief met bijlagen van
5 september 2018 van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (verder: deken), waarin het hof wordt verzocht een klacht van klaagster tegen de deken naar een andere deken te verwijzen. De deken verwijst hiervoor naar een bijgevoegde brief van de gemachtigde van klaagster van 1 september 2018.
2 DE BEOORDELING
2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet verwijst de voorzitter van het hof klachten tegen de deken naar een andere deken.
2.2 De bijlage bij het bericht van 5 september 2018 betreft een brief van 1 september 2018 van de gemachtigde van klaagster. De tekst van deze brief is onbegrijpelijk en wel zo onbegrijpelijk dat hieruit niet een serieus te nemen klacht valt af te leiden.
2.3 Op grond hiervan ziet de voorzitter van het hof geen aanleiding de zaak te verwijzen naar een andere deken. Niet valt in te zien wat een deken waarnaar verwezen zou moeten worden te onderzoeken heeft.
2.4 Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
BESLISSING
De voorzitter van het Hof van Discipline:
wijst het verzoek om verwijzing van een klacht tegen de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam naar een andere deken af.
Aldus beslist op 13 november 2018 door mr. T. Zuidema, voorzitter.
voorzitter
De beslissing is verzonden op 27 november 2018.