Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-03-2019

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2019:29

Zaaknummer

18-611 DB / LI

Inhoudsindicatie

Verzetschrift is buiten de in artikel 46h Advocatenwet genoemde termijn van 30 dagen ter griffie ontvangen. Dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding is niet gesteld, noch gebleken. Verzet niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van  11 maart 2019

in de zaak 18-611/DB/LI

 

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 22 oktober 2018 op de klacht van:

 

klaagster

tegen:

verweerder

 

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief d.d. 29 december 2017 heeft de gemachtigde van klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg, hierna: “de deken”, een klacht ingediend tegen verweerder.

1.2      Bij brief van 6 augustus 2018 heeft de deken de klacht ter kennis gebracht van de raad. 

1.3      Bij beslissing van 22 oktober 2018 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch de klacht niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de voorzitter is op 22 oktober 2018 verzonden aan klaagster.

1.4      Bij brief d.d. 19 november 2018, door de raad ontvangen op 22 november 2019, heeft klaagsters gemachtigde verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 14 januari 2019. Klaagsters gemachtigde is verschenen. Verweerder, noch diens gemachtigde is verschenen. Van de mondelinge behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

De raad heeft kennisgenomen van: de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, en het verzetschrift van klaagster.

 

2          BEOORDELING ONTVANKELIJKHEID VERZET

2.1      Op grond van artikel 46h, eerste lid, van de Advocatenwet kan binnen 30 dagen na de dag van verzending van de voorzittersbeslissing daartegen verzet worden ingesteld.

2.2      De raad heeft het verzetschrift van klaagster d.d. 19 november 2018 op 22 november 2018 per gewone post ontvangen. Dat is te laat, omdat het verzetschrift op grond van het bepaalde in artikel 46h Advocatenwet binnen 30 dagen na 22 oktober 2018, dus uiterlijk op 21 november 2018, ter griffie ontvangen had moeten zijn. Dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding is niet gesteld, noch gebleken. D e termijnoverschrijding valt derhalve in de risicosfeer van klaagster.

2.3      De raad verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

 

 

 

 

 

BESLISSING

De raad van discipline:

-       verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

 

Griffier                                                                                               Voorzitter

 

 

 

 

Aldus beslist door mr. P.H. Brandts, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, W. Fick-Nolet leden, bijgestaan door mr. T.H.G. Huber - Van de Langenberg, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 maart 2019.