Rechtspraak
Uitspraakdatum
31-05-2019
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2019:246
Zaaknummer
190025
Inhoudsindicatie
Klacht niet verwezen.
Uitspraak
Beslissing van de voorzitter van
het Hof van Discipline
van 31 mei 2019
in de zaak 190025
in de klachtzaak van:
klaagster
tegen:
(mr. G.…)
in zijn hoedanigheid van deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland
en
(mr. M…)
in haar hoedanigheid van stafjurist bij de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland
verweerders
1 HET VERZOEK
De voorzitter van het hof verwijst naar de e-mails van 23 en 28 januari 2019 van klaagster, waarin het hof wordt verzocht de klacht van klaagster tegen verweerders voor onderzoek naar een deken van een andere orde te verwijzen, en naar de e-mail van de deken van 4 april 2019 en de e-mail van klaagster van 26 april 2019, in reactie op de e-mail van 26 april 2019 van de griffie van het hof.
2 DE BEOORDELING
2.1 Het verzoek heeft betrekking op klaagsters klachten tegen de deken en de stafjurist, die de door klaagster ingediende klachten tegen twee advocaten niet eerlijk zouden hebben behandeld en niet bij de raad van discipline zouden hebben willen aanbrengen. Uit de e-mail van de deken van 4 april 2019 leidt het hof af, dat voornoemde klachten door hem zijn onderzocht en vervolgens niet zijn doorgezonden naar de raad van discipline, omdat klaagster het griffierecht niet (tijdig) heeft voldaan. De toelichting van de deken is door klaagster niet weersproken. Deze werkwijze is conform artikel 46e, derde lid van de Advocatenwet, waaruit volgt dat de deken klachten niet ter kennis brengt van de raad van discipline, indien de klager het griffierecht niet tijdig heeft overgemaakt.
2.2 Gelet hierop kan het hof in klaagsters verwijzingsverzoek geen klacht tegen de deken lezen die voor verwijzing in aanmerking komt. Klaagsters e-mail van 26 april 2019 geeft het hof geen aanknopingspunten voor een ander oordeel. De voorzitter van het hof zal het verzoek daarom afwijzen.
BESLISSING
De voorzitter van het Hof van Discipline:
wijst af het verzoek de klacht van klaagster voor onderzoek en behandeling te verwijzen naar een deken van een andere orde .
Aldus beslist op 31 mei 2019 door mr. T. Zuidema, voorzitter.
voorzitter
De beslissing is verzonden op 4 juni 2019.