Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-12-2019

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2019:241

Zaaknummer

190305

Inhoudsindicatie

Verwijzingsverzoek afgewezen, omdat de voorzitter in de brief van klager geen klacht ziet die voor verwijzing in aanmerking komt.

Uitspraak

BESLISSING

van de plaatsvervangend voorzitter van

het Hof van Discipline

van 30 december 2019

in de zaak nummer 190305

in de zaak van:

klager

tegen:

deken

 

1    HET VERZOEK

De plaatsvervangend voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht en de daarbij gevoegde brief van 13 december 2019 van [naam stafmedewerker], stafmedewerker van het bureau van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam. Met dit bericht legt de stafmedewerker een e-mail van klager d.d. 7 november 2019 voor, die de stafmedewerker kwalificeert als klacht tegen de deken.

 

2    DE BEOORDELING

De plaatsvervangend voorzitter leest in de e-mail van klager wel een uiting van ongenoegen over de deken inhoudende dat de deken weigert klager aan te schrijven met zijn academische titel en dat de deken niet reageert op een verzoek tot wraking. Hierin ziet de plaatsvervangend voorzitter echter geen klacht die in aanmerking komt voor verwijzing in de zin van artikel 46c lid 5 Advocatenwet naar een deken van een andere orde voor onderzoek en behandeling. De plaatsvervangend voorzitter wijst derhalve het verzoek tot verwijzing af en geeft de deken in overweging de beantwoording van de verzoeken van klager ter hand te nemen.

  

 BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline:

-    wijst af het verwijzingsverzoek van de stafmedewerker van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

 

Aldus beslist op 30 december 2019 door mr. J.D. Streefkerk, plaatsvervangend voorzitter.

Plaatsvervangend voorzitter

De beslissing is verzonden op 9 januari 2020.