Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-03-2014
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2014:107
Zaaknummer
6967
Inhoudsindicatie
Termijnoverschrijding bij instellen hoger beroep niet verschoonbaar. Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 14 maart 2014
in de zaak 6967
naar aanleiding van het verzet van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 11 oktober 2013, nummer 184/12, aan partijen toegezonden op 14 oktober 2013, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 Bij beslissing van 26 november 2013 heeft de voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 26 november 2013.
2.2 De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 3 december 2013. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 7 februari 2014, waarbij klager is verschenen.
2.3 Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.
3 DE BEOORDELING
3.1 Naar aanleiding van het verzet overweegt het hof als volgt. Het beroepschrift is ter griffie ontvangen na het verstrijken van de termijn van 30 dagen, gesteld in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet.
3.2 Klager stelt dat deze termijnoverschrijding hem niet kan worden tegengeworpen, omdat:
- hij de raad had gevraagd de beslissing naar zijn advocaat te sturen, omdat hij, klager, op dat moment wegens vakantie in het buitenland was;
- zijn advocaat op 16 oktober 2013 naar de griffie van de raad heeft gebeld en heeft geïnformeerd naar de uitspraak en de inhoud van de uitspraak telefonisch heeft aangehoord;
- klager zijn beroepschrift tijdig ter postbezorging heeft aangeboden en het hem niet kan worden aangerekend dat TNT traag heeft bezorgd.
3.3 Wat ook zij van het niet-nakomen van de toezegging van de raad om de uitspraak naar de advocaat van klager te sturen, vast staat dat klager ruim vóór het verstrijken van de termijn op 13 november 2014 de inhoud van de uitspraak heeft vernomen en derhalve tijdig beroep had kunnen instellen. De termijnoverschrijding is derhalve niet verschoonbaar. Het hof merkt op dat de appeltermijn begint te lopen de dag ná de verzending van de beslissing door de griffier van de raad en niet eerst op de dag van ontvangst door klager of zijn advocaat.
3.4 Artikel 56 lid 3 van de Advocatenwet bepaalt dat een beroepschrift tijdig moet worden ingediend. Beslissend is aldus de datum waarop de griffie van het hof het beroepschrift ontvangt, niet de datum van verzending door de appellant. Vertraging in de postbezorging komt voor risico van klager, die zijn beroepschrift ook per fax of e-mail had kunnen indienen, om daarmee tijdige indiening veilig te stellen.
3.5 Het door klager ingestelde verzet dient ongegrond te worden verklaard.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 26 november 2013 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, J.H.J.M. Mertens-Steeghs, I.E.M. Sutorius en A.J. Louter, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2014.