Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-07-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3589

Zaaknummer

6285

Inhoudsindicatie

Verwijt van confrère en de deken dat verweerder nooit reageert. Stelling dat hij al langere tijd elders woont onvoldoende onderbouwd. Gegrond. 2 weken schorsing.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 13 juli 2012

in de zaak 6285

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

De Deken van de Orde van Advocaten

in het arrondissement Maastricht

de deken

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 21 november 2011, onder nummer M140 2011, aan partijen toegezonden op 25 november 2011, waarbij een bezwaar van de deken tegen verweerder gegrond is verklaard en de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk is opgelegd voor de duur van twee weken.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 22 december 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van de deken;

-    de brief van de deken aan het hof van 27 februari 2012;

-    de e-mail van verweerder van 21 mei 2012.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 21 mei 2012, Zowel verweerder als de deken hebben voorafgaand aan de zitting het hof laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

3    HET BEZWAAR

Het bezwaar luidt als volgt:

1.    Verweerder reageert herhaaldelijk niet of onvoldoende op vragen van mr. G. en op vragen en brieven van de Deken inzake een oud cliënt van verweerder die stelt

€ 100.000,-- schade te hebben geleden door toedoen van verweerder. De klachten van deze oud cliënt zijn al in de klachtzaken met nummers M110-2005 en M116-2009 door de raad beoordeeld en gegrond verklaard.

2.    Verweerder reageert evenmin op vragen van mr. P. en de Deken. Gebleken is dat hij de wederpartij niet aansprakelijk gesteld heeft waardoor de vordering is verjaard. De advocaat mr. P. acht gedragsregels 11, 17 en 22 geschonden.

Ter toelichting van het bezwaar heeft de Deken ter zitting van de raad meegedeeld dat verweerder uiteindelijk nog wel een reactie heeft gegeven in de zaak waar klachtonderdeel 2 op ziet, maar dat hij op geen enkele wijze heeft gereageerd op de aansprakelijkheidsstelling zoals hem werd verzocht.

4    FEITEN

4.1    Het volgende is komen vast te staan:

De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    In zijn appelmemorie stelt verweerder dat hij via een familielid kennis heeft mogen nemen van de bestreden beslissing. Hij stelt dat de beslissing niet correct geadresseerd is, dat hij niet in Beek woont en dat hij al lang in Sittard woont en daar inmiddels ook kantoor houdt. Verweerder is binnen de appeltermijn in hoger beroep gekomen van de bestreden beslissing.

5.2    Uit het dossier blijkt dat de deken tot 1 juli 2011, met verweerder heeft gecorrespondeerd op het kantooradres waarop verweerder tot die datum werkzaam was. Vastgesteld kan worden dat verweerder alle op de klachtonderdelen betrekking hebbende correspondentie met de deken heeft ontvangen. De laatste reactie van verweerder dateert van 27 juni 2011, enkele dagen voordat verweerder zijn toenmalige kantoor verliet. In die brief maakt verweerder aan de deken geen gewag van zijn vertrek en meldt hij derhalve niet op welk adres hij kantoor zal gaan houden vanaf 1 juli 2011, ondanks het feit dat hij ermee bekend was dat er een tweetal klachten tegen hem waren ingediend. In zijn antwoordmemorie stelt de deken dat hij verweerder na 1 juli 2011 heeft aangeschreven op het hem bekende privéadres volgens BAR en de database van de NOvA. Voorts meldt de deken dat verweerder op dat adres volgens de database van de NOvA op de dag van de antwoordmemorie, 26 januari 2012, nog steeds stond ingeschreven. Verweerder heeft nagelaten op de antwoordmemorie te reageren, noch is hij ter zitting van het hof verschenen om op de vragen van het hof betreffende zijn kantooradres na 1 juli 2011 antwoord te geven, zodat het hof van de juistheid van het door de deken gestelde zal uitgaan. Een en ander klemt te meer daar verweerder in zijn appelmemorie niet aangeeft, noch enig bewijs overlegt, vanaf welke datum hij in Sittard woonachtig is en vanaf welke datum hij in Sittard kantoor houdt.  Die omissies komen voor risico van verweerder. Dat betekent dat het hof, evenals de raad, ervan uitgaat dat verweerder door de raad op juiste wijze is opgeroepen. De grief van verweerder tegen de bestreden beslissing, faalt dan ook.

5.3    Nadere inhoudelijke grieven heeft verweerder niet ingediend tegen de bestreden beslissing. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De bestreden beslissing zal worden bekrachtigd.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van  25 november 2011 van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch onder nummer M140-2011.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet , voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, J.H.J.M. Mertens-Steeghs, G.J.S. Bouwens en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2012.