Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-09-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3496

Zaaknummer

6230

Inhoudsindicatie

Hof oordeelt dat klager behoorlijk is opgeroepen en bekrachtigt oordeel van de raad dat de communicatie met klager voldoende was. Ongegrond.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 21 september 2012

in de zaak 6230

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 3 oktober 2011, onder nummer 11-068 A, aan partijen toegezonden op 3 oktober 2011, waarbij een klacht van klager tegen verweerster ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 2 november 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerster.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 16 juli 2012, waar verweerster is verschenen, bijgestaan door haar kantoorgenote mr. A..

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat zij:

a)    klager onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van het verloop van de

    procedure;

b)    geen overleg met klager heeft gevoerd over belangrijke beslissingen;

c)    klagers vragen onbeantwoord heeft gelaten en slecht bereikbaar was.

4    FEITEN

    In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

ten aanzien van de oproeping van klager voor de zitting van het hof

5.1    De appelmemorie is ingediend per fax, kennelijk via een per internet ingeschakeld intermediair. De memorie vermeldt geen adres van klager, geen telefoonnummer, geen e-mailadres.

In de appelmemorie vermeldt klager dat hij de beslissing van de raad heeft ontvangen per aangetekende brief. De griffie van het hof heeft daaruit afgeleid dat klager nog steeds woonde op het adres in Brussel dat in de beslissing van de raad is vermeld.

De griffie heeft naar aanleiding van de appelmemorie aan dat adres  verzonden:

- 11 november 2011    een ontvangstbevestiging

- 15 mei 2012         een voorlopige aankondiging van de zittingsdatum 16 juli 2012

- 11 juni 2012     kopieën van de eerdere brieven, thans met het verzoek de ontvangst te bevestigen

- 16 juni 2012         definitieve oproep voor de zitting van 16 juli 2012, per aangetekende brief, die op 13 juli 2012 retour is ontvangen met mededeling dat op 20 juni 2012 bericht van aankomst is achtergelaten op het door de griffie gehanteerde adres, overeenstemmend met het adres uit de beslissing van de raad.

Voorts heeft de griffie op 25 juni 2012 een e-mail verzonden naar het e-mailadres dat klager blijkens het dossier hanteerde in zijn destijdse contacten met verweerster, waarin aan klager wordt gevraagd of hij de door de griffie aan hem gezonden brieven betreffende de zitting heeft ontvangen.

De griffie heeft na de ontvangst van de appelmemorie tot aan de zitting op 16 juli 2012 niets van klager vernomen. Klager is niet ter zitting verschenen.

Naar het oordeel van het hof moet het aan klager worden toegerekend dat hij mogelijk niet bekend geworden is met de zittingsdatum, wat grond oplevert zijn hoger beroep thans af te doen.

inhoudelijk

5.2    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.3    De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

    BESLISSING

Het  Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 3 oktober 2011, gewezen onder nummer 11-068A.

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. P.M.A. de Groot-van Dijken, A.D.R.M. Boumans, W.F. van Zant en H.J. de Groot, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2012.