Rechtspraak
Uitspraakdatum
15-07-2013
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2013:176
Zaaknummer
6495
Inhoudsindicatie
Bekrachtiging beslissing raad. Berisping op zijn plaats omdat de advocaat in de WIA bijzondere postitie heeft vanwege de kernwaarden van de advocatuur en verweerster een van die kernwaarden -integriteit- heeft geschonden door de werkgeefster in kennis te stellen van medische gegevens van klager zonder dienst toestemming.
Uitspraak
Beslissing van 15 juli 2013
in de zaak 6495
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerster
tegen:
klager
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 25 juni 2012, onder nummer B231-2011, aan partijen toegezonden op 26 juni 2012, waarbij een klacht van klager tegen verweerster voor wat betreft onderdeel (1) gegrond is verklaard, aan verweerster de maatregel van berisping is opgelegd en onderdeel (2) van de klacht ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij verweerster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 3 juli 2012 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van klager.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 24 mei 2013, waar klager, bijgestaan door mr. V. en verweerster zijn verschenen. Klager heeft zijn standpunt toegelicht aan de hand van een pleitnota.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
(1) Verweerster zonder dat zij daartoe toestemming van klager had verkregen medische gegevens van klager uit een bezwaarschriftprocedure heeft toegezonden aan de werkgeefster van klager, althans deze daarvan in kennis heeft gesteld;
(2) Verweerster voorts misbruik van haar bijzondere bevoegdheden op basis van het bepaalde in artikel 105 van de WIA heeft gemaakt door zich in de bezwaarschriftprocedure als gemachtigde van de werkgeefster van klager te stellen met het kennelijke doel deze medische gegevens te verkrijgen.
4 FEITEN
4.1 De door de raad in zijn beslissing vastgestelde feiten zijn in hoger beroep niet bestreden, zodat ook het hof daarvan uitgaat.
5 BEOORDELING
5.1 De gegrondheid van klachtonderdeel (1) is in hoger beroep niet bestreden.
5.2 Ten aanzien van de aan verweerster opgelegde maatregel van berisping, waartegen het hoger beroep van verweerster zich richt, verenigt het hof zich met de overweging van de raad onder 6.1 van zijn beslissing, die als volgt luidt:
"Nu in de WIA aan de advocaat een bijzondere positie is toegekend vanwege de kernwaarden die aan de advocatuur verbonden zijn, en verweerster een van deze kernwaarden, te weten de integriteit van de advocaat, geschonden heeft, acht de raad de maatregel van berisping op zijn plaats."
5.3 Dit brengt met zich dat de grieven van verweerster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort 's Hertogenbosch van 25 juni 2012, gewezen onder nummer B231-2011.
Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. J.H.J.M. Mertens-Steeghs, M.A. Goslings, R. Verkijk en A.A.H. Zegers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Hendrix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2013.