Rechtspraak
Uitspraakdatum
02-06-2017
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2017:90
Zaaknummer
170056
Inhoudsindicatie
Verzoekster verzoekt primair om nietigverklaring en subsidiair om herziening van de beslissing van het hof van 17 oktober 2016, waarbij verzoekster met onmiddellijke ingang is geschrapt van het tableau. Het wrakingsverzoek wordt buiten behandeling gesteld. Er is geen grond voor nietig verklaring dan wel herziening nu niet is gebleken dat bij de behandeling van haar zaak sprake is geweest van schending voor een of meer fundamentele rechtsbeginselen. Afwijzing verzoek.
Uitspraak
Beslissing
van 2 juni 2017
in de zaak 170056
naar aanleiding van het primaire verzoek tot nietigheid en het subsidiaire verzoek tot herziening van:
verzoekster
1 HET VERZOEK PRIMAIR TOT NIETIGVERKLARING EN SUBSIDIAIR TOT HERZIENING VAN DE BESLISSING VAN HET HOF VAN 17 OKTOBER 2016
1.1 Bij beslissing van 17 oktober 2016, onder nummer 160001 heeft het hof verzoekster met onmiddellijke ingang geschrapt van het tableau en verzoekster veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 1000,00 aan de Nederlands Orde van Advocaten.
De beslissing van het hof is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TAHVD:2016: 182.
1.2 Bij verzoekschrift van 21 februari 2017 heeft verzoekster primair verzocht nietigverklaring en subsidiair herziening van deze beslissing. De behandeling van het verzoek is bepaald op 10 april 2017.
1.3 Bij brief van 22 maart 2017 heeft verzoekster een verzoek tot wraking ingediend van mrs. J.C. Van Dijk, G.R.J. De Groot, A.R. Sturhoofd, J. Italianer en J.A. Schaap, de leden van het hof die zijn ingeroosterd voor de zitting van 10 april 2017.
1.4 Bij brief van 6 april 2017 heeft verzoekster bezwaren tegen de zittingsplanning aangevoerd.
1.5 Het hof heeft ook kennisgenomen van een brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [plaats]van 28 maart 2017.
1.6 Het hof heeft het verzoek mondeling behandeld ter openbare zitting van 10 april 2017, waar de deken is verschenen .Verzoekster is niet verschenen.
2 HET VERZOEK TOT WRAKING
Verzoekster heeft onder aanvoering van 12 overwegingen, door haar wrakingsgronden genoemd, de kamer voor de zitting van 10 april 2017 gewraakt. Het hof stelt dit verzoek, onder verwijzing naar de beslissing van het hof van 23 mei 2016 (HvD 160001-W), buiten behandeling, nu in die beslissing is bepaald dat een volgend verzoek niet in behandeling wordt genomen en geen nieuwe gronden zijn aangevoerd.
3 HET VERZOEK PRIMAIR TOT NIETIGHEID EN SUBSIDIAIR TOT HERZIENING
3.1 Het verzoek, waarbij verzoekster het hof primair om nietigheid en subsidiair herziening verzoekt van bovengenoemde beslissing van 17 oktober 2016, is op 21 februari 2017 ter griffie van het hof ontvangen.
3.2 Het hof stelt voorop dat tegen een beslissing van het Hof van Discipline in de Advocatenwet geen gewoon rechtsmiddel is opengesteld. De Advocatenwet voorziet evenmin in de mogelijkheid tot nietigverklaring en herziening van een uitspraak van de tuchtrechter.
3.3 Bij uitzondering kan hierover anders worden geoordeeld, doch uitsluitend indien en voor zover mocht blijken dat bij de behandeling geen sprake is geweest van een eerlijk proces, doordat een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden ( zie onder meer Hof van Discipline 24 augustus 2015, 7417 ECLI: TAHVD: 2015:271)
3.4 Verzoekster beklaagt zich in haar verzoekschrift over een groot aantal leden van de rechterlijke macht en advocaten (zij vermeldt een vijftig tal namen) maar dit levert niet op een grond tot nietig verklaring van de beslissing van 17 oktober 2016. Nu evenmin gebleken is dat bij de behandeling van haar zaak sprake is geweest van schending van een of meer fundamentele rechtsbegindelen - verzoekster koos er overigens voor om niet ter zitting te verschijnen - is er geen grond voor nietig verklaring dan wel herziening.
3.5 De verzoeken van verzoekster moeten worden afgewezen en verzoekster dient de kosten van het appel, vastgesteld op € 1.000,00, aan de Orde van Advocaten te voldoen.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
stelt buiten behandeling het verzoek tot wraking van de mrs. Van Dijk, Sturhoofd, De Groot, Italianer en Schaap;
wijst de verzoeken van verzoekster tot nietigverklaring subsidiair tot herziening van de beslissing van 17 oktober 2016 af.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, J. Italianer, J.A. Schaap en G.R.J. de Groot, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2017.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 2 juni 2017.