Rechtspraak
Uitspraakdatum
11-12-2017
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2017:227
Zaaknummer
17-507/DB/LI
Inhoudsindicatie
Klager heeft geen direct eigen belang bij de klacht. Feit dat hij tezamen met de cliënt van verweerder gesprekken heeft gevoerd over de oprichting van een coöperatie en hij daarna tezamen met de cliënt van verweerder bestuurder van die coöperatie is geworden, maakt dat niet anders.
Inhoudsindicatie
Klacht niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch
van 11 december 2017
in de zaak 17-507/DB/LI
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 31 december 2016 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Bij brief aan de raad van 5 juli 2017 met kenmerk K17-004 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.3 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 30 oktober 2017 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken d.d. 5 juli 2017 en de daaraan gehechte stukken;
- het nagekomen e-mailbericht van verweerder d.d. 5 september 2017, waarin hij aankondigt ter zitting van de raad te verschijnen;
- de nagekomen brief met bijlage van verweerder d.d. 28 september 2017;
- de nagekomen brief met bijlagen van klager d.d. 11 oktober 2017.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.
2.1 Verweerder treedt op als advocaat voor de heer V (hierna: “V”) en diens vennootschappen. Verweerder heeft V geadviseerd over diens voorgenomen samenwerking met H, een onderneming van klager. V en H hadden besloten om een coöperatie op te richten, genaamd “Z” en V en klager zijn aangesteld als bestuurders van Z. Verweerder heeft advieswerkzaamheden verricht.
2.2 Bij e-mailbericht d.d. 3 juni 2015 heeft verweerder aan klager en aan V een opdrachtbevestiging en algemene voorwaarden toegezonden, met het verzoek deze voor akkoord te ondertekenen en te retourneren. Bij e-mailbericht d.d. 5 juni 2015 heeft klager verweerder bericht dat Z niet in staat was om het door verweerder in de opdrachtbevestiging genoemde uurtarief te betalen.
2.3 Op 24 juni 2015 heeft verweerder zijn werkzaamheden gestaakt.
2.4 Bij besluit van de algemene ledenvergadering van Z d.d. 5 januari 2016 is Z ontbonden en vervolgens geliquideerd.
2.5 Op 4 januari 2017 heeft klager bij de deken een klacht ingediend tegen verweerder. Verweerder heeft aangegeven geen toegevoegde waarde te zien in een bemiddelingsgesprek.
2.6 Klager heeft bij de rechtbank Limburg een verzoek ingediend strekkende tot heropening van de vereffening van Z en benoeming van V en verweerder tot vereffenaar. Verweerder is in deze procedure niet verschenen. Bij beschikking d.d. 27 september 2017 heeft de rechtbank Limburg het verzoek van klager afgewezen.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:
de kernwaarden van de advocatuur heeft geschonden.
3.2 Toelichting:
Verweerder heeft diverse strafbare feiten gepleegd. Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting en valsheid in geschrift. Voorts heeft verweerder tegenstrijdige belangen behartigd. Ook heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan samenspanning. Verweerder heeft meegewerkt aan het plegen van een economisch delict en aan overtreding van de handelsregisterwet en de privacywet. Ook heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan chantage, bedreiging en intimidatie van klager. Verweerder voldoet niet aan de verordening op de administratie en financiële integriteit. Verweerder frustreert de bemiddeling door de deken en wenst niet in te gaan op bemiddeling door de deken.
4 VERWEER
4.1 De klacht is niet-ontvankelijk omdat klager geen rechtstreeks belang bij de klacht heeft. De klacht is ingediend door klager in persoon, terwijl hij nooit cliënt is geweest van verweerder noch van verweerders kantoor. De klacht is niet ingediend door Z, die overigens ook geen cliënt van verweerder of verweerders kantoor is geweest. Verweerder heeft enkel in opdracht van zijn cliënt V in de opstartfase van de coöperatie als onbezoldigd adviseur voor Z werkzaamheden verricht. De klacht ontbeert voorts ook feitelijke grondslag.
5 BEOORDELING
5.1 Bij de beoordeling van de klacht ziet de raad zich gesteld voor de vraag of klager een voldoende eigen belang heeft bij zijn klacht. Het in de Advocatenwet voorziene recht om een klacht in te dienen tegen een advocaat komt immers niet aan een ieder toe, doch slechts aan diegene die door het handelen of nalaten waarover wordt geklaagd rechtstreeks in zijn belang is of kan worden getroffen. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure is vereist, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken.
5.2 Met inachtneming van dit uitgangspunt komt de raad tot het oordeel dat de klacht niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, aangezien klager, die de klacht pro se heeft ingediend, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door de verweerder verweten gedragingen rechtstreeks in zijn belang is getroffen.
5.3 Uit de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is de raad niet gebleken van een advocaat-cliënt relatie tussen klager enerzijds en verweerder anderzijds. Wel blijkt uit het dossier dat klager bij mail van 5 juni 2015 afwijzend heeft gereageerd op de door verweerder bij mail van 3 juni 2015 toegezonden opdrachtbevestiging. Ook staat vast dat er sprake is geweest van contacten tussen klager en de heer V enerzijds en verweerder anderzijds in het kader van de voorgenomen samenwerking tussen de heer V en klager, maar naar het oordeel van de raad is dit onvoldoende om klager als belanghebbende aan te merken. Nu uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht evenmin anderszins is gebleken van een rechtstreeks belang van klager bij de klacht, zal de raad de klacht niet-ontvankelijk verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. J.D.E. van den Heuvel, J.J.M. Goumans , leden, bijgestaan door mr. T.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 december 2017.
Griffier Voorzitter
mededelingen van de griffier ter informatie:
Deze beslissing is in afschrift op 11 december 2017
verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
- het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten
- de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten
Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 85452, 2508 CD Den Haag
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres:
Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701
Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
d. Per e-mail
Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl.
Tegelijkertijd met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl