Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:372

Zaaknummer

6729

Inhoudsindicatie

Verweerster heeft wegens ziekte aanhouding verzocht en gekregen van behandeling tuchtzaak zonder klager te informeren, die met zijn cliënt vergeefs naar de raad is gereist. Bekrachtiging. Waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van 16 december 2013

in de zaak 6729

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerster

tegen:

klager

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 6 februari 2013, onder nummer 12-319H, aan partijen toegezonden op 6 februari 2013, waarbij een klacht van klager tegen verweerster gegrond is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA3777.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij verweerster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 7 maart 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van klager.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 21 oktober 2013, waar verweerster met haar advocaat en klager  zijn verschenen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerster op 20 augustus 2012 geen contact heeft opgenomen met klager of zijn kantoor waardoor hij en zijn cliënt een zinloze reis naar Amsterdam en terug hebben gemaakt en daar een uur hebben moeten wachten voordat de zitting begon.

4 FEITEN

4.1 Het volgende is komen vast te staan:

Verweerster heeft op maandagochtend 22 augustus 2012 wegens ziekte om een aanhouding verzocht van de behandeling van een tuchtzaak door de Raad van Discipline te Amsterdam, welke behandeling die dag om 14.20 uur zou aanvangen.

Verweerster heeft klager die in die tuchtzaak als raadsman van de klagende partij optrad niet geïnformeerd over dit contact waardoor hij en zijn cliënt een vergeefse reis  hebben gemaakt naar Amsterdam omdat de raad het verzoek om aanhouding heeft  gehonoreerd. 

5 BEOORDELING

5.1 De grieven van verweerster  lenen zich voor een gezamenlijke behandeling nu verweerster ook in hoger beroep van oordeel is dat er sprake was van bijzondere omstandigheden aan haar zijde waardoor haar geen verwijt valt te maken van het niet informeren van klager over haar verzoek aan de raad. Verzoekster noemt daarbij haar medische toestand en stelt dat zij heeft gehandeld in overleg en in overeenstemming met de aanwijzing van de griffier van de raad.

5.2 Wat er zij van de juistheid van deze door haar aangevoerde bijzondere omstandigheden, deze brengen niet met zich dat van verweerster in redelijkheid niet verlangd had kunnen worden klager te informeren. Immers, als die dag wel enige keren contact kan plaatsvinden met de griffie van de raad dan valt niet in te zien waarom dat contact niet mogelijk was met klager.  Dit klemt te meer nu gedragsregel 15 bepaalt dat het ongeoorloofd is om zich tot de rechter (in dit geval de raad) te wenden anders dan tezamen met de advocaat van de wederpartij. Dat de griffie van de raad haar daar niet op heeft gewezen, of zelfs ingestemd zou hebben met het achterwege laten van dit contact, ontslaat verweerster niet van haar eigen verantwoordelijkheid  in deze.

5.3 Het hof deelt dan ook het oordeel van de raad en zal de beslissing bekrachtigen.

 

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 6 februari 2013 onder nummer 12-319,

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. P.T. Gründemann,

H. van Loo, R. Verkijk en I.E.M. Sutorius, leden, in tegenwoordigheid van

mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2013.