Rechtspraak
Uitspraakdatum
19-02-2018
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2018:76
Zaaknummer
180042
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Het hoger beroep van klaagster is ontvangen na het verstrijken van de hoger beroep termijn, zodat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en om die reden wordt afgewezen.
Uitspraak
Beslissing
van de voorzitter van
het Hof van Discipline
van 19 februari 2018
in de zaak 180042
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klaagster
tegen:
verweerster
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 8 januari 2018, nummer 17-469, aan partijen toegezonden op 8 januari 2018, waarbij de klacht van klaagster tegen verweerster ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 14 februari 2018 ter griffie van het hof ontvangen.
3 DE BEOORDELING
3.1 Aangezien de beslissing van de raad op 8 januari 2018 is toegezonden aan klaagster kon zij, klaagster, op uiterlijk 7 februari 2018 hoger beroep instellen.
3.2 Nu de appelmemorie van klaagster door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van voormelde termijn, is het beroep reeds daarom kennelijk niet-ontvankelijk, zodat het dient te worden afgewezen.
BESLISSING
De voorzitter van het Hof van Discipline:
wijst af het door klaagster tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 januari 2018, nummer 17-469 ingestelde hoger beroep.
Aldus beslist door mr. T. Zuidema, voorzitter, en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2018.
Voorzitter
De beslissing is verzonden op 19 februari 2018.