Rechtspraak
Uitspraakdatum
08-09-2015
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2015:194
Zaaknummer
15-298/DB/LI
Inhoudsindicatie
Het staat een advocaat vrij om bij gebreke van vrijwillige betaling de wederpartij van zijn cliënt in rechte te betrekken.
Inhoudsindicatie
Klacht kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 8 september 2015
in de zaak 15-298/DB/LI
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerster
De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 19 augustus 2015 met kenmerk K15-042, door de raad ontvangen op 21 augustus 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
1.1 Verweerster heeft bij brief dd. 8 januari 2015 namens haar cliënt klager gesommeerd om aan haar cliënt een bedrag ad € 5.756,00 te betalen, bij gebreke waarvan zij een gerechtelijke procedure in het vooruitzicht stelde. Klager heeft bij brief dd. 23 januari 2015 aan verweerster bericht dat de vordering onrechtmatig was. Verweerster heeft bij brief dd. 24 maart 2015 te kennen gegeven dat de vordering van haar cliënt betrekking had op belastinggelden, die aan haar cliënt dienden te worden terugbetaald. Verweerster stelde dat haar cliënt klager geen toestemming had gegeven deze gelden te gebruiken. Zij stelde klager nog eenmaal in de gelegenheid om het gevorderde bedrag binnen vijf dagen over te maken bij gebreke waarvan de kwestie aan de rechtbank zou worden voorgelegd.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerster geprobeerd heeft om klager onder bedreiging een bedrag ad
€5.756,00 te doen storten op de bankrekening van haar cliënt. Dit is aanzet tot oplichting, afpersing en ambtsmisbruik door verweerster.
3 VERWEER
3.1 Verweerster heeft de belangen van haar cliënt behartigd. Verweerster heeft klager op juridisch correcte wijze aansprakelijk gesteld voor de schade die haar cliënt door het optreden van klager zegt te hebben geleden. Het is juist dat verweerster klager gerechtelijke maatregelen in het vooruitzicht heeft gesteld. Dit is echter niet klachtwaardig.
3.2 Indien klager het niet eens is met de vordering dient hij zich hiertegen te verweren. Of de vordering al dan niet terecht is valt buiten het kader van een tuchtrechtelijke procedure.
4 BEOORDELING
4.1 De klacht betreft het optreden van verweerster als advocaat van de wederpartij van klager. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan verweerster in die hoedanigheid een grote mate van vrijheid toekwam om de belangen van haar cliënt te behartigen op een wijze die haar passend voorkwam. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Daarbij komt dat verweerster mocht afgaan op de informatie die haar cliënt haar verstrekte. Dit is slechts anders indien zij wist of behoorde te weten dat de aan haar verstrekte gegevens feitelijk onjuist waren. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.
4.2 De voorzitter heeft kennis genomen van de correspondentie tussen verweerster en klager. Hieruit blijkt dat verweerster klager aansprakelijk heeft gesteld voor door haar cliënt vermeend geleden schade. Verweerster heeft haar brieven aan klager opgesteld in zakelijke en juridisch gebruikelijke bewoordingen. Verweerster heeft het standpunt van haar client naar voren gebracht en klager verzocht en voor zover nodig gesommeerd om tot betaling over te gaan. Het stond verweerster vrij om bij gebreke van vrijwillige betaling klager in rechte te betrekken. Indien klager het niet eens was met de vordering, lag het op zijn weg om zich in rechte te verweren. Klager heeft geen concrete feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit blijkt dat verweerster zijn belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze heeft geschaad.
4.3 De voorzitter zal op grond van het bovenstaande met toepassing van artikel 46 j van de Advocatenwet beslissen dat de klacht kennelijk ongegrond is.
BESLISSING
De voorzitter:
beslist dat de klacht ongegrond is.
Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 8 september 2015
Griffier Voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 11 september 2015
verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg
Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager, verweerster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.
Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 1190, 4801 BD Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is:
088-2053737
Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.