Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

03-09-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2015:209

Zaaknummer

15-174NH

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing: de klacht is niet-ontvankelijk omdat hij is ingediend ruim 8 jaar na het handelen/nalaten dat zij verweerster verwijt, en klaagster al vanaf het begin af aan daarmee bekend had kunnen zijn.

Uitspraak

Beslissing van 3 september 2015

in de zaak 15-174NH

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerster

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland van 5 augustus 2015 met kenmerk td/md/15-028, door de raad ontvangen op 6 augustus 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.1 In 2005/2006 heeft verweerster klaagster bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. Haar (inmiddels ex-)echtgenoot (hierna: de man) werd bijgestaan door mr. X.

1.2 Tot de gemeenschappelijke boedel behoorden twee onroerende zaken, te weten een huis en tuin aan de Strawinskylaan 7 te Heemstede met een eigen kadastraal nummer en het daarachter aansluitend gelegen stukje tuin aan de Strawinskylaan 7 BY met een eigen kadastraal nummer.

1.3 In het echtscheidingsconvenant dat is opgesteld door mr. X zijn de onroerende zaken in artikel 1.2 sub a als volgt omschreven:

- de onroerende zaak aan de Strawinskylaan 7 te Heemstede, kadastraal bekend gemeente Heemstede sectie A nummer 8818 en de onroerende zaak Strawinksylaan 7 BY, kadastraal bekend gemeente Heemstede sectie A nummer 9533, waaraan partijen een waarde toekennen van € 500.000,00;

1.4 Artikel 1.3 van het echtscheidingsconvenant geeft een opsomming van de aan klaagster toegedeelde activa, waaronder:

- de onroerende zaak aan de Strawinskylaan 7 te Heemstede;

1.5 Op 2 juni 2006 is de akte van verdeling en levering gepasseerd. Het door partijen getekende convenant is aan de akte gehecht. De notaris heeft in de akte van levering uitsluitend Strawinskylaan 7 opgenomen.

1.6 Met betrekking tot Strawinskylaan 7 BY is in 2014 of 2015 een rectificatie-akte opgemaakt die door partijen is ondertekend en ingeschreven.

1.5 Bij brief van 19 januari 2015 van de gemachtigde van klaagster heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerster.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerster in strijd heeft gehandeld met de zorg die zij ten opzichte van haar cliënte behoorde te betrachten door onduidelijkheid te laten bestaan wat betreft de kadastrale nummering van de echtelijke woning. 

3 VERWEER

3.1 Verweerster heeft aangevoerd dat het in de familierechtpraktijk gebruikelijk is om slechts eenmaal in het convenant de volledige kadastrale aanduiding en de waarde daarvan op te nemen. Bij de toedeling in het volgende artikel in het convenant kan dan worden volstaan met louter vermelding van het adres omdat het het partijen genoegzaam bekend is dat het gaat om de echtelijke woning met ondergrond en tuin. Verweerster heeft de concept-akte van de notaris nooit gezien omdat dit niet met klaagster was afgesproken. De notaris heeft blijkbaar verzuimd om ook het stukje tuin in de akte van levering op te nemen. Een dergelijk verzuim is gemakkelijk en snel door middel van een rectificatie-akte te herstellen.

4 BEOORDELING

4.1 Op grond van artikel 46g, eerste lid, onder a, Advocatenwet wordt een klacht door de voorzitter van de raad van discipline niet-ontvankelijk verklaard indien het klaagschrift wordt ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht betrekking heeft. Ingevolge artikel 46g, tweede lid, Advocatenwet blijft bedoelde niet-ontvankelijk verklaring achterwege indien de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs pas nadien bekend zijn geworden. In dat geval verloopt de termijn voor het indienen van een klaagschrift een jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend geworden zijn aan te merken.

4.2 Het handelen en nalaten dat verweerster wordt verweten vond plaats in 2006. Uit de stukken van het dossier blijkt dat de concept akte van levering door de notaris op voorhand ter beoordeling aan klaagster en haar ex-echtgenoot is toegezonden. Op dat moment had klaagster derhalve redelijkerwijs bekend kunnen zijn met het feit dat de kadastrale aanduiding niet volledig was. Bovendien had klaagster gelet op het openbare karakter van de kadastrale registers ruimschoots voor indiening van de klacht bekend kunnen zijn met het door haar beklaagde handelen c.q. nalaten.

4.3 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46g, eerste lid, onder a, Advocatenwet, dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46g, eerste lid, onder a, Advocatenwet,

niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. S.M. Balkema als griffier op 3 september 2015.

Griffier  Voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 3 september 2015 per aangetekende post verzonden aan:

- klaagster 

en per gewone post aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, kamernummer BR302, Postbus 76334, 1070 EH Amsterdam (fax: 088-2053702). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.