Rechtspraak
Uitspraakdatum
27-03-2015
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2015:157
Zaaknummer
137/13
Inhoudsindicatie
Het staat een advocaat vrij om niet op te treden voor een cliënt die een klacht tegen een kantoorgenoot heeft ingediend. Bovendien heeft een advocaat de vrijheid om een bepaald soort zaken te weigeren. Klacht ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 27 maart 2015
in de zaak 137/13
naar aanleiding van de klacht van:
de heer [ ]
klager
tegen
mr. [ ]
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 2 december 2013 met kenmerk 2013 KNN 102 a + b, door de raad ontvangen op 3 december 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord - Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 19 februari 2015 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Klager heeft medio 2012 een gesprek gehad met verweerder.
2.3 Bij brief van 28 mei 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij op zijn kantoor het beleid hanteert dat er geen mensen worden bijgestaan die een klacht hebben ingediend tegen een advocaat.
4 VERWEER
4.1 Het is juist dat het kantoor van verweerder als beleid heeft dat zij cliënten die een klacht indienen tegen een van de medewerkers, niet langer bijstaan omdat het vertrouwen dan geschonden is. Ook heeft verweerder tegen klager gezegd dat het kantoor om haar moverende redenen geen zaken behandelt die betrekking hebben op een klacht tegen een advocaat.
4.2 Het is niet zo dat verweerder tegen verweerder zou hebben gezegd dat cliënten geen klachten tegen advocaten moeten indienen.
5 BEOORDELING
5.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.
5.2 Naar het oordeel van de raad is het beleid dat het kantoor van verweerder hanteert niet in strijd met hetgeen een advocaat betaamt. Het staat een advocatenkantoor vrij om een beleid te hanteren ten aanzien van het al dan niet accepteren van bepaalde zaken. Verweerder kan daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad acht het uit een oogpunt van voorlichting aan het publiek en transparantie wel wenselijk dat verweerders kantoor dit beleid publiceert.
De klacht is ongegrond.
BESLISSING
De raad van discipline:
- oordeelt klacht ongegrond.
Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. J.A. Holsbrink, G.E.J. Kornet, H.J. Meijer, E.H. de Vries, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin van den Akker als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 maart 2015.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord - Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord - Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 9679, 4801 LT Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda
Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl