Rechtspraak
Uitspraakdatum
19-10-2015
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2015:229
Zaaknummer
OB 42 - 2015
Inhoudsindicatie
Advocaat was wegens afstand en taalbarrière aangewezen op contact met Poolse advocaat en diende af te gaan op de informatie van deze advocaat. In appel is het beroep op toepassing van het Poolse recht gehonoreerd. Dat dit niet tot een hogere alimentatie heeft geleid valt verweerster niet te verwijten. Niet gebleken dat verweerster in haar dienstverlening is tekortgeschoten.
Inhoudsindicatie
Klacht ongegrond
Uitspraak
Beslissing van 19 oktober 2015
in de zaak OB 42-2015
naar aanleiding van de klacht van:
klaagster
tegen:
verweerster
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 10 maart 2015 met kenmerk 48/14/017K, door de raad ontvangen op 11 maart 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 31 augustus 2015 in aanwezigheid van verweerster . Klaagster is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken dd. 10 maart 2015, met bijlagen
2. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
2.1 Bij beschikking dd. 16 februari 2011 heeft de rechtbank Middelburg de echtscheiding tussen klaagster en haar ex-echtgenoot uitgesproken en bepaald dat de ex-echtgenoot van klaagster met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking zou zijn ingeschreven een bedrag van € 150, - per maand als bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw diende te voldoen. Klaagster heeft tegen voormelde beschikking bij de rechtbank Middelburg hoger beroep ingesteld. De rechtbank heeft het ingestelde hoger beroep doorgestuurd naar het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.
2.2 Het gerechtshof heeft geconstateerd dat het hoger beroep niet door een advocaat was ingesteld. De zaak is vervolgens via de Raad voor Rechtsbijstand bij verweerster terecht gekomen. Verweerster heeft zich op 10 januari 2012 als advocaat van klaagster gesteld en op 27 februari 2012 een aanvullend hoger beroepschrift ingediend.
2.3 Het gerechtshof heeft bij beschikking van 2 oktober 2012 Pools recht van toepassing verklaard en, opnieuw rechtdoende, verklaard dat geen van de partijen als enige schuld heeft aan de ontwrichting van het huwelijk, de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en de beschikking waarvan beroep voor het overige bekrachtigd.
2.4 De echtscheidingsbeschikking is op verzoek van de ex-echtgenoot op 26 februari 2013 ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand.
2.5 Klaagster heeft zich bij brief dd. 9 december 2013 beklaagd over het optreden van verweerster.
3. KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
1. verweerster in onvoldoende mate contact heeft gehouden met klaagster;
2. verweerster heeft nage laten kennis te nemen van het Poolse dossier;
3. verweerster over onvoldoende kennis beschikte ter zake van de in een echtscheidingsprocedure toepasselijke wettelijke voorschriften.
4. VERWEER
4.1 Het Poolse procesdossier was in het kader van het hoger beroep niet relevant. De zaak spitste zich toe op de tenuitvoerlegging van de Poolse uitspraak in Nederland.
4.2 Verweerster heeft in hoger beroep aangevoerd dat Pools recht van toepassing was op de echtscheiding en de partneralimentatie. Het beroep is geslaagd en het gerechtshof heeft de schuldvraag naar Pools recht beoordeeld.
4.3 Aanspreekpersoon voor verweerster was de Poolse advocaat van klaagster. Verweerster heeft de Poolse advocaat van klaagster uitgelegd dat er in Nederland zonder inschrijving geen echtscheiding mogelijk is. De echtscheiding blijkt uiteindelijk op 20 februari 2013 te zijn ingeschreven. Verweerster heeft zich alleen bezig gehouden met de alimentatie, niet met de verdeling van goederen.
4.4 Verweerster heeft er alles aan gedaan om de Poolse uitspraak ten uitvoer te leggen. Zij was zelfs hiermee doende toen bleek dat de echtscheiding al was ingeschreven. Verweerster heeft voor de zekerheid aan de Poolse advocaat de vraag voorgelegd of ondanks de echtscheiding het vonnis van 2009 toch voor tenuitvoerlegging vatbaar was. Verweerster heeft daarop geen reactie gekregen, behalve de vraag om de uitspraak naar Polen terug te sturen.
5. BEOORDELING
5.1 Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.
5.2 Vast staat dat verweerster klaagster vanaf 10 januari 2012 in een echtscheidingsprocedure in hoger beroep heeft bijgestaan. Klaagster woonde gedurende de appelprocedure in Polen. Uit de aan de raad overgelegde stukken is gebleken dat verweerster contact onderhield met een door klaagster ingeschakelde Poolse advocaat. Klaagster heeft haar klacht dat verweerster onvoldoende contact met haar heeft gehouden niet met concrete feiten onderbouwd. Het is begrijpelijk dat verweerster gelet op de afstand en taalbarrière was aangewezen op contact met de door klaagster aangewezen Poolse advocaat.
5.4 Verweerster moest afgaan op de informatie die zij ontving van de Poolse advocaat van klaagster. Verweerster heeft namens klaagster in hoger beroep naar voren gebracht dat het Pools recht van toepassing was. Het gerechtshof heeft dit beroep gehonoreerd en het Pools recht van toepassing verklaard. Het is begrijpelijk dat klaagster teleurgesteld was dat dit niet tot een hogere partneralimentatie heeft geleid, maar hiervan valt verweerster geen verwijt te maken.
5.5 Verweerster heeft nog onderzocht of een uitspraak uit Polen dd. 29 oktober 2009, waarin aan klaagster alimentatie was toegekend, in Nederland voor tenuitvoerlegging vatbaar was. Toen haar duidelijk werd dat de echtscheiding in Nederland reeds op 20 februari 2013 in de registers van de Burgerlijke Stand was ingeschreven heeft zij per e-mail dd. 11 november 2013 aan de Poolse advocaat verzocht haar te berichten of de uitspraak van 29 oktober 2009 nog rechtsgeldig was. De Poolse advocaat heeft verweerster per e-mail dd. 29 november 2013 verzocht geen verdere werkzaamheden meer te verrichten en de stukken aan hem te retourneren.
5.6 Klaagster heeft haar klacht dat verweerster over onvoldoende kennis beschikte ter zake van de in een echtscheidingsprocedure toepasselijke wettelijke voorschriften evenmin met concrete feiten onderbouwd. De raad is van oordeel dat uit de aan de raad overgelegde stukken niet is gebleken dat verweerster in haar dienstverlening is tekortgeschoten.
5.7 De raad zal de klacht op grond van het bovenstaande in alle onderdelen ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.
Aldus gegeven door m. J.K.B. van Daalen , voorzitter, mrs. J.C. van den Dries, N. M. Lindhout-Schot, J.J.M. Goumans en J.F.E. Kikken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 19 oktober 2015.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 20 oktober 2015
verzonden aan:
- klaagster
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerster
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
en voor zover deze ongegrond is verklaard tevens door
- klaagster
- de deken van de orde van advocaten te Oost-Brabant
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 85452, 2508 CD Den Haag
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres:
Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701
Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof:
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl