Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-08-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2015:244

Zaaknummer

15-226/DH/DH

Inhoudsindicatie

Klacht niet-ontvankelijk wegens het overschrijden van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet . 

Uitspraak

 

De voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag van 13 juli 2015 met kenmerk K010 2015 bm/ab, door de raad ontvangen op 14 juli 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerder is van 2000 tot 2009 advocaat geweest van klaagster en later van enkele dochtermaatschappijen van klaagster.

1.3 Sinds 2007 heeft verweerder meerdere procedures tegen klaagster gevoerd.

1.4 Klaagster heeft zich bij brief van 6 december 2008 tot verweerder gewend en verweerder verzocht terug te treden als advocaat in procedures tegen klaagster en aan klaagster gelieerde vennootschappen, omdat –zakelijk weergegeven- sprake zou zijn van tegenstrijdige belangen. Als verweerder aan dat verzoek geen gevolg zou geven zou klaagster zich tot de deken wenden.

1.5 Bij brief van 8 januari 2015 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

2 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klaagster verweerder dat hij in strijd heeft gehandeld met het gestelde in gedragsregel 7, nu hij in het verleden heeft opgetreden voor klaagster en sinds 2007 tegen klaagster. Het kantoor waar verweerder werkte was de huisadvocaat van klaagster. Verweerders patroon verrichte destijds de meeste werkzaamheden, maar in de praktijk onderhield verweerder de contacten met klaagster.

 

3 VERWEER

3.1 Op het verweer van verweerder wordt voor zover nodig bij de beoordeling van de klacht ingegaan.

 

4 BEOORDELING

4.1 Artikel 46g lid 1 Advocatenwet bepaalt dat een klacht door de voorzitter van de raad niet-ontvankelijk wordt verklaard indien het klaagschrift wordt ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht betrekking heeft.

4.2 Klager heeft verweerder reeds bij brief van 6 december 2008 bericht dat hij zich tot de deken zou wenden, indien verweerder niet bereid zou zijn zich wegens belangenverstrengeling terug te trekken uit de procedures . Vastgesteld kan worden dat klager pas bij brief van 8 januari 2015 –derhalve ruim zes jaar later- hierover een klacht tegen verweerder heeft ingediend.

4.3 Gelet op het vorenstaande verklaart de voorzitter de klacht niet-ontvankelijk wegens het overschrijden van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g Advocatenwet . 

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 27 augustus 2015.

griffier  voorzitter

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 augustus 2015 per aangetekende post verzonden aan:

- klager 

en per gewone post aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag. 

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Den Haag, Postbus 85791, 2508 CD Den Haag (fax: 088-2053707). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 30 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.