Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-10-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:235

Zaaknummer

15-424/DB/OB

Inhoudsindicatie

VAn een advocaat kan niet worden verwacht dat hij van alle correspondenite en processtukken kosteloos opnieuw afschriften aan zijn (voormalig) client toestuurt. Een advocaat is niet gehouden een kopie van persoonlijke aantekeningen aan zijn cliënt toe te sturen.  Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 21 oktober 2015

in de zaak 15-424/DB/OB

 

naar aanleiding van de klacht van:

                                              

           

klaagster

 

tegen:

 

                      

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 30 september 2015 met kenmerk , door de raad ontvangen op 2 oktober 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1             Verweerder heeft klaagster in een procedure bijgestaan. Op enig moment heeft klaagster zich tot een andere advocaat gewend. Verweerder heeft klaagster ter zake van de door hem verrichte werkzaamheden een factuur toegezonden. Klaagster stelde zich op het standpunt pas tot betaling hiervan te zullen overgaan indien en zodra verweerder het volledige dossier aan haar ter hand had gesteld.

1.2         Klaagster is bij vonnis van de Kantonrechter dd. 5 februari 2015 veroordeeld tot betaling van de declaratie van verweerder, vermeerderd met de rente en de kosten. Klaagster heeft aan het vonnis van de Kantonrechter voldaan en verweerder vervolgens verzocht haar een kopie van het complete dossier ter hand te stellen. Verweerder heeft aan dit verzoek geen gevolg gegeven.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de  Advocatenwet doordat:

 

verweerder weigert het complete dossier ter beschikking van klaagster te stellen, terwijl klaagster de factuur van verweerder integraal heeft voldaan.

 

 

3.            VERWEER   

3.1         Verweerder heeft klaagster altijd stipt op de hoogte gehouden van alle ontwikkelingen in de procedure, waarmee klaagster de beschikking heeft over het volledige dossier, behoudens persoonlijke aantekeningen en telefoonnotities, welke een advocaat niet behoeft af te geven.

3.2         Verweerder is niet bereid een kopie van het dossier aan klaagster ter beschikking te stellen voordat de daaraan te verbinden kosten door klaagster op voorhand aan verweerder zijn voldaan dan wel op de derdenrekening van de deken zijn gestort.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 j van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2         Klaagster verwijt verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar te handelen door te weigeren een kopie van het complete dossier aan klaagster ter beschikking te stellen, terwijl klaagster de factuur van verweerder heeft voldaan. Klaagster stelt dat zij over het volledige dossier dient te kunnen beschikken om de werkzaamheden van verweerder te kunnen beoordelen.

4.3         Ingeval van overname van een zaak door een opvolgend advocaat dienen de advocaten onderling overleg te voeren met het oogmerk dat de opvolgende advocaat behoorlijk wordt ingelicht over de stand van de zaak. Uit de aan de raad overgelegde stukken blijkt dat klaagster zich op enig moment tot een andere advocaat heeft gewend. Niet gebleken is dat de opvolgende advocaat zich bij verweerder heeft beklaagd over het feit dat zij niet alle stukken zou hebben ontvangen. Klaarblijkelijk achtte de opvolgende  advocaat zich voldoende geïnformeerd om de zaak van klaagster te kunnen behandelen. De voorzitter is van oordeel dat uit het feit dat de opvolgende advocaat klaarblijkelijk geen aanleiding heeft gezien ontbrekende stukken bij verweerder op te vragen, kan worden afgeleid, dat verweerder van de voor de behandeling van de zaak benodigde processtukken en correspondentie afschriften aan klaagster heeft toegestuurd. Van verweerder kan niet worden verwacht dat hij van al deze stukken opnieuw kosteloos een afschrift aan klaagster ter beschikking stelt. Ter zake valt verweerder geen verwijt te maken.

4.4         De voorzitter volgt klaagster niet in haar standpunt dat verweerder ook gehouden is klaagster een kopie van zijn persoonlijke aantekeningen en telefoonnotities ter beschikking te stellen. Persoonlijke aantekeningen  worden door een advocaat gebruikt voor het opstellen van processtukken. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij een afschrift van de processtukken en relevante correspondentie aan zijn cliënt toestuurt. Dit geldt niet voor zijn persoonlijke aantekeningen. Ook ter zake valt verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

 4.5        Op grond van het voorgaande komt de voorzitter met toepassing van artikel 46 j van de Advocatenwet tot het besluit dat de klacht kennelijk ongegrond is.

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

besluit met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet dat de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond is.

 

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op  21 oktober 2015.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 27 oktober 2015

 

verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

 

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

 

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

                     a.           Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

 

 

b.           Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw te Breda aan de Sluissingel 20.

 

c.           Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

 

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.