Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-12-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2015:316

Zaaknummer

15-524/A/A

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. De klacht bevat dezelfde verwijten aan verweerder als een eerdere klacht waarop reeds onherroepelijk is beslist. Geen nieuwe tuchtrechtelijk relevante feiten en/of gedragingen. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van 22 december 2015

in de zaak 15-524/A/A

naar aanleiding van de klacht van:

klagers

tegen:

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 5 november 2015 met kenmerk 4015-0378, door de raad ontvangen op 6 november 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 BEOORDELING

1.1 Bij beslissing van 10 september 2015 (zaaknummer 15-146A) heeft de voorzitter een klacht van de moeder van klaagster sub 2 alsmede van klager sub 3 tegen verweerder kennelijk ongegrond verklaard. Het daartegen gerichte verzet is bij beslissing van de raad van 15 december 2015 ongegrond verklaard. Tegen die beslissing staat geen rechtsmiddel open.

1.2 De thans te beoordelen klacht bevat dezelfde verwijten aan verweerder als de klacht waarop de vermelde, onherroepelijke beslissing van de raad ziet. Er zijn geen nieuwe tuchtrechtelijk relevante feiten of nieuwe tuchtrechtelijk relevante gedragingen gesteld.

1.3 Ingevolge artikel 47b Advocatenwet (nieuw) kan niemand andermaal tuchtrechtelijk worden berecht voor een handelen of nalaten waarvoor ten aanzien van hem een onherroepelijk geworden tuchtrechtelijke eindbeslissing is genomen. De voorzitter zal de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, met bijstand van mr. S. van Excel als griffier op 22 december 2015.

Griffier  Voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 22 december 2015 per aangetekende post verzonden aan:

- klagers

en per gewone post aan:

- klagers

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, kamernummer BRO 3.02, Postbus 76334, 1070 EH Amsterdam (fax: 088-2053702). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.