Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-11-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2015:342

Zaaknummer

R. 4805/15.115

Inhoudsindicatie

Volgens vaste jurisprudentie heeft de tuchtrechter niet de bevoegdheid declaratiegeschillen te beslechten. Nu de korting door de Raad van Toezicht in de begrotingsprocedure bijna 50% bedroeg is sprake van excessief declareren. Klacht gegrond. Berisping.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 10 juni 2015 met kenmerk K138 2015 bm/sh, door de raad ontvangen op 11 juni 2015, heeft klager een ambtshalve klacht ingediend tegen verweerder.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 28 september 2015 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennisgenomen van de processtukken, bedoeld in artikel 49, lid 2 Advocatenwet.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1 Op 4 juli 2014 diende verweerder een drietal declaraties ter begroting in. De cliënte van verweerder had bezwaar gemaakte tegen de hoogte van deze declaraties.

2.2 De Raad van Toezicht heeft de declaraties begroot en gematigd met bijna 50%.

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij excessief heeft gedeclareerd.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 De raad stelt voorop dat de deken kan worden ontvangen in zijn klacht. De brief van 2 april 2015 waarin door het bureau van de orde aan verweerder wordt gemeld dat het dossier wordt gesloten, ziet en kan ook alleen hebben gezien, op de begrotingszaak. Een klachtzaak liep op dat moment niet tegen verweerder.

5.2 Volgens vaste jurisprudentie heeft de tuchtrechter niet de bevoegdheid om

declaratiegeschillen te beslechten. De raad waakt echter wel tegen excessief declareren. Een advocaat is immers gehouden een, alle omstandigheden in aanmerking nemend, redelijk salaris in rekening te brengen. 

5.3 De raad overweegt dat sprake kan zijn van excessief declareren en daarmee van tuchtrechtelijk verwijtbare gedragingen indien de raad van toezicht in het kader van een begrotingsprocedure een declaratie aanzienlijk heeft gekort.

 De raad overweegt dat zulks aan de orde is, nu de korting door de raad van toezicht in deze zaak bijna 50% bedroeg, hetgeen naar het oordeel van de raad meer dan aanzienlijk is.

5.4 Op grond van het voorgaande acht de raad de klacht gegrond.

 

6 MAATREGEL

6.1 Gelet op de aard en ernst van gegrond bevonden klacht, alsmede op het feit dat verweerder wegens met name financiële malversaties in 1993 van het tableau is geschrapt en in het kader van zijn verzoek om hernieuwde toelating tot de balie beterschap heeft beloofd, acht  de raad de hierna te melden maatregel passend en geboden.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt aan verweerder als maatregel op een berisping.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. M.G. van den Boogerd, W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten en P.C.M. van Schijndel, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 november 2015.

Griffier Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 24 november 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

- het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053707. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

088-2053777 of griffie@hofvandiscipline.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl