Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-12-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2015:347

Zaaknummer

R. 4795/15.105

Inhoudsindicatie

Verzet. Klacht tegen advocaat wederpartij. De raad verenigt zich met de beoordeling van de klacht door de voorzitter. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij e-mail van 31 december 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 28 mei 2015 met kenmerk K003 2015 bm/ab, door de raad ontvangen op 29 mei 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 26 juni 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad  (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 29 juni 2015 is verzonden aan klager.

1.4 Bij e-mail van 10 juli 2015 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 26 oktober 2015 in aanwezigheid van verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 10 juli 2015 en zijn door hem als pleitnota bestempelde e-mail d.d. 23 oktober 2015.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder is de voormalig advocaat van klagers ex-echtgenote en stond haar bij met betrekking tot de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap.

2.3 Na een verzoek van klager heeft verweerder bij e-mail van 27 januari 2010 aan klager geschreven: “Cliënte zal zoeken naar de foto’s. Wat zij kan vinden of wat haar dochter kan vinden aan fotomateriaal zal aan u worden overhandigd.”

2.4 Bij e-mail van 18 oktober 2014 heeft klager verweerder verzocht zijn cliënte dringend te verzoeken de foto’s te overhandigen.

2.5 Verweerder heeft op 21 oktober 2014 aan klager bericht dat hij niet langer klagers ex-echtgenote bijstaat.

2.6 Klager heeft verweerder op 21 oktober 2014 nogmaals verzocht zijn ex-echtgenote te verzoeken de foto’s te overhandigen.

2.7 Bij e-mail van 31 december 2014 heeft klager zich bij de deken over verweerder beklaagd.

 

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij weigert een door hem in een e-mail van 27 januari 2010 gedane toezegging na te komen.

3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter zijn beslissing niet of niet juist heeft gemotiveerd.

 

4 BEOORDELING

De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. De beslissing is naar het oordeel van de raad  ook voldoende gemotiveerd. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters, voorzitter, mrs. M.G. van den Boogerd, P.J.E.M. Nuiten, T. Hordijk en P.S. Kamminga, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 december 2015.

Griffier Voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 15 december 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.