Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-12-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:277

Zaaknummer

15-594/DB/OB

Inhoudsindicatie

Het staat een advocaat vrij om een opdracht niet te aanvaarden, indien hij geen mogelijkheden ziet om deze met succes uit te voeren.

Inhoudsindicatie

Dit geldt eveneens indien een advocaat pas na bestudering van de stukken tot deze conclusie komt. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 10 december 2015

in de zaak 15-594/DB/OB

 

 

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

                  

klager

 

 

tegen:

 

 

 

verweerder

 

 

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 19 november 2015 met kenmerk 48/15/073K, door de raad ontvangen op 20 november 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

 

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht, ontvangen op 30 juli 2015 door het buro van de orde van advocaten te ‘s Hertogenbosch, wordt- gelet op de stukken- van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

1.1       Klager heeft zich in juli 2015 tot verweerder gewend met het verzoek hem bij te staan in een kwestie betreffende burenoverlast. Op 17 juli 2015 heeft een telefoongesprek en op 20 juli 2015 een intakegesprek plaatsgevonden tussen klager en verweerder.

1.2       Verweerder heeft op 20 juli 2015 tegen klager gezegd zijn zaak niet te willen aannemen.

 

 

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet doordat:

 

verweerder de zaak van klager als gevolg van vriendjespolitiek niet wil behandelen.

 

3             VERWEER

3.1       Klager heeft tijdens een kort telefoongesprek met verweerder op 17 juli 2015 naar de mogelijkheden geïnformeerd zijn verhuurder aan te pakken vanwege door de buren veroorzaakte overlast. Verweerder heeft aangegeven dat dit onder bepaalde omstandigheden wel mogelijk zou zijn. Vervolgens heeft op 20 juli 2015 een oriënterend gesprek plaatsgevonden.

3.2       Verweerder zag tijdens het gesprek op 20 juli 2015 geen enkel aanknopingspunt om de zaak van klager aan te nemen. Verweerder heeft dit aan klager medegedeeld.

3.3       Er is geen advocaat-cliënt relatie tot stand gekomen. Er is geen sprake van vriendjespolitiek. Het niet-aannemen van een zaak kan niet klachtwaardig zijn.

 

4             BEOORDELING

 

4.1      Klager verwijt verweerder zijn zaak niet te willen behandelen, terwijl hij aanvankelijk had gezegd wel mogelijkheden in zijn zaak te zien.  Een advocaat kan niet worden verplicht een zaak aan te nemen. Het staat hem vrij om te besluiten een zaak niet aan te nemen, indien hij geen aanknopingspunten ziet om de zaak met succes aan te pakken. Dit geldt eveneens indien een advocaat pas nadat hij zich in de zaak heeft verdiept tot de conclusie komt geen juridische mogelijkheden te zien in de aan hem voorgelegde zaak. Indien een advocaat in een zaak geen juridische mogelijkheden ziet, is hij gehouden hierover duidelijkheid te verschaffen aan zijn cliënt. Een advocaat dient zijn cliënt immers te behoeden voor het voeren van kansloze procedure en nodeloze kosten. Verweerder heeft klager tijdens het gesprek op 20 juli 2015 voorgehouden geen juridische mogelijkheden in de zaak van klager te zien en de opdracht daarom niet te aanvaarden. Niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerder hiervan valt te maken. Het stond klager vrij zich tot een andere advocaat te wenden.

4.2      De voorzitter zal met toepassing van het bepaalde in artikel 46j lid 1 van de Advocatenwet  beslissen dat de klacht kennelijk ongegrond is.

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

beslist dat de klacht kennelijk ongegrond is.

 

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 10 december 2015

 

 

Griffier                                            Voorzitter

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 10 december 2015

 

verzonden aan:

-    klager 

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

 

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is:

088-2053737

 

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.