Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-01-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2016:8

Zaaknummer

15-187NH

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 11 januari 2016

in de zaak 15-187NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 8 september 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 21 maart 2015, aangevuld bij brief van 7 april 2015, heeft klager zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland beklaagd over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 10 augustus 2015 met kenmerk td/md/15-120, door de raad ontvangen op 14 augustus 2015, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 8 september 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 8 september 2015 is verzonden aan klager.

1.4    Bij brief van 23 september 2015, door de raad ontvangen op 24 september 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 17 november 2015 in aanwezigheid van partijen.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 23 september 2015 en de e-mail van klager van 29 oktober 2015.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de klacht van klager met betrekking tot valsheid in geschrifte en misbruik van procesrecht niet inhoudelijk heeft behandeld en praktisch heeft genegeerd. Dat klager zijn stellingen niet nader heeft onderbouwd, zoals de voorzitter in de beslissing van 8 september 2015 heeft overwogen, is volgens klager volstrekt contrair met de onderbouwing in onder andere de klachtbrief van klager van 21 maart 2015.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. De raad overweegt hierbij dat klager met valsheid in geschrifte kennelijk bedoelt dat verweerder in de memorie van grieven opzettelijk en in strijd met de waarheid stellingen heeft geponeerd waarvan hij wist of kon weten dat deze niet juist waren. Niet gebleken is echter dat daarvan sprake is. De raad merkt hierbij op dat deze procedure niet is bedoeld om inhoudelijke argumenten in de procedure bij het Gerechtshof uit te wisselen.

4.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, voorzitter, mrs. S. van Andel, A. de Groot, S. Wieberdink en M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 januari 2016.

Griffier    Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 11 januari 2016 verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland     

Op grond van artikel 46j lid 4 in verbinding met artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.