Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-11-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2015:175

Zaaknummer

15-79

Inhoudsindicatie

Klacht tegen eigen advocaat wegens tekortschieten in de belangenbehartiging en zich niet professioneel gedragen. Verweerder stond klager bij in verschillende procedures in beroep bij de rechtbank tegen de Sociale Dienst van de Gemeente over het afwijzen van klagers aanvragen voor een bijstandsuitkering. De raad verklaart de klachten gegrond en legt aan verweerder een berisping op. Verweerder is in zijn beroepsschrift in het geheel niet ingegaan op de afwijzingsgronden. Verweerder was slecht bereikbaar, is ernstig tekortgeschoten in de communicatie met klager en zijn kantoororganisatie liet zeer te wensen over.

Uitspraak

Beslissing van 9 november 2015

in de zaak 15-79

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 18 mei 2015 met kenmerk RvT 14-0253, door de raad ontvangen op 19 mei 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 31 augustus 2015 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    de onder 1.1 genoemde brief van de deken en van de stukken die zijn vermeld op de zich bij die brief bevindende inventarislijst en die zijn genummerd van 1 tot en met 6.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft klager in de periode augustus 2013 tot juli 2014 als advocaat bijgestaan.

2.3    Bij beschikking van 24 juli 2013 is de aanvraag van klager voor een bijstandsuitkering door de Gemeente [plaats] buiten behandeling gesteld. Tegen deze beschikking heeft klager zelf op 2 september 2013 een bezwaarschrift ingediend. Nadien heeft verweerder de Gemeente bericht dat hij in deze zaak als gemachtigde voor klager zou optreden.

2.4    Bij beschikking van 5 november 2013 heeft de Gemeente [plaats] wederom een aanvraag van klager voor een bijstandsuitkering buiten behandeling gesteld en zo ook op 3 december 2013. Verweerder heeft op 17 december 2013 en op 17 januari 2014 als gemachtigde van klager bezwaarschriften ingediend tegen deze beschikkingen van 5 november 2013 en 3 december 2013.

2.5    In alle drie de zaken heeft op 11 maart 2014 een hoorzitting plaatsgevonden. Op deze hoorzitting zijn de bezwaarschriften gevoegd behandeld.

2.6    Bij brief van 29 augustus 2014 heeft de Gemeente [plaats] verweerder meegedeeld dat in alle drie de zaken het bezwaar ongegrond is verklaard en dat derhalve de bestreden besluiten van 24 juli 2013, 5 november 2013 en 3 december 2013 gehandhaafd worden.

2.7    In het dossier bevinden zich diverse e-mailberichten uit de periode 5 mei 2014 tot 29 mei 2014 tussen klager en verweerder, waarin beide partijen aangeven dat ze elkaar niet kunnen bereiken.

2.8    Eind mei 2014 heeft verweerder een camera in bruikleen gegeven aan klager en zijn vriendin. In de periode eind mei 2014 tot 20 juni 2014 is diverse malen contact geweest tussen klager en zijn vriendin enerzijds en verweerder anderzijds over het terugbezorgen van de camera.

2.9    Op 30 mei 2014 en op 19 juni 2014 heeft verweerder e-mailberichten gestuurd aan klager met het verzoek de camera terug te bezorgen. Klager stelt dat hij diverse malen geprobeerd heeft de camera terug te bezorgen, maar dat verweerder steeds niet aanwezig was op het afgesproken tijdstip.

2.10    Bij de stukken bevindt zich een e-mail van klager aan verweerder d.d. 20 juni 2014 waarin het volgende is te lezen: “Voor zoveelste keer je bent je afspraken niet na gekomen. We waren 15:00 tot 15:10 uur bij je kantoor en vanaf 12.00 uur in [plaats] en paarkeer langs geweest maar je was alweer niet opje kantoor. Ik heb je gisteren email gestuurd dat ik langs kom en alsje niet bent laat ik de kamera achter de deur en gaan we weg en zoals onze afspraak ik heb kamera achter de deur gelaten en we zijn weg. Het is jouw probleem niet meer mijne alsje kans heb kanje het nog zien. En geen contact meer met ons doe watje wil je bent geen normale mens je komt je afspraken voor je zelf ook niet na. Ik hoop datje je kamera kan nog vinden. Nogmaals geen contact meer met ons ander ga ik aangifte doen.”

2.11    Bij brief met bijlagen van 23 juli 2014, bij de deken binnengekomen op 3 september 2014, heeft klager de onderhavige klacht bij de deken ingediend.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

a)    klagers belangen niet naar behoren te behartigen;

b)    zich niet professioneel te gedragen.

3.2    Ter toelichting op de klacht stelt klager dat hij zich in juli 2013 tot verweerder heeft gewend en hem heeft uitgelegd wat het probleem is. Verweerder had klager in het verleden al een keer eerder als advocaat bijgestaan. Omdat klager toen tevreden over verweerder was heeft hij zich in juli 2013 opnieuw tot verweerder gewend inzake zijn problemen met de Gemeente [plaats] over zijn aanvragen voor een bijstandsuitkering.

3.3    Klager stelt dat verweerder geestelijk niet meer in orde is doordat hij marihuana gebruikt en aan alcohol verslaafd is. Het was zeer moeilijk om in contact te komen met verweerder en om afspraken met hem te maken. Verweerder heeft zich nauwelijks verdiept in klagers zaken en kwam afspraken niet na.

3.4    Op 11 maart 2014 heeft de hoorzitting plaatsgevonden. Verweerder heeft klager toen gevraagd of klager hem wakker wilde bellen zodat hij niet te laat op de zitting zou komen. Verweerder kwam toch 35 minuten te laat. Als gevolg hiervan is klagers zaak niet serieus behandeld. Volgens klager hebben de ambtenaren van de Gemeente op de hoorzitting tegen hem gezegd dat hij beter een andere advocaat kon zoeken.

3.5    Klager stelt dat hij sommige telefoongesprekken met verweerder heeft opgenomen om aan te tonen hoe verweerder zich gedroeg jegens hem en hoe hij tegen hem praatte. Volgens klager is het moeilijk om op papier een volledig beeld te geven van verweerders klachtwaardige handelen.

3.6    Klager stelt dat hij schade heeft geleden doordat hij ten onrechte geen uitkering heeft ontvangen.

4    VERWEER

4.1    Verweerder geeft aan dat hij de klachten van klager ervaart als onheuse en geheel onterechte kwaadsprekerij achteraf.

4.2    Verweerder stelt dat hij klager steeds naar behoren heeft bijgestaan in zijn geschillen met de Gemeente [plaats].

4.3    Verweerder stelt dat het voor hem moeilijk was om contact te onderhouden met klager omdat klager zich voor hem telefonisch onbereikbaar hield en vaak, zonder van tevoren een afspraak gemaakt te hebben, op zijn kantoor langs kwam.

4.4    Verweerder betwist dat hij te laat op de hoorzitting is verschenen en dat hij de dossiers niet zorgvuldig bestudeerd en/of behandeld heeft. Volgens verweerder zijn de bezwaarschriften ongegrond verklaard doordat klager zelf niet (tijdig) alle benodigde informatie heeft aangeleverd en doordat klager zijn woning in [plaats] niet zelf bewoonde.

4.5    Volgens verweerder is de verhouding tussen hem en klager nog verder verstoord doordat klager een IP-camera die hij aan klager in bruikleen had verstrekt niet heeft teruggegeven.

5    BEOORDELING

5.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

5.2    De beide klachtonderdelen lenen zich voor gezamenlijke behandeling.  De klachten hebben betrekking op de kwaliteit van de dienstverlening.

5.3    De raad stelt voorop dat de tuchtrechter, gezien het bepaalde in artikel 46 Advocatenwet, mede tot taak heeft de kwaliteit van de dienstverlening aan een cliënt te beoordelen indien deze daar over klaagt. Wel zal de tuchtrechter rekening hebben te houden met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. De vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt is niet onbeperkt, maar wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

5.4    De raad is van oordeel dat uit het dossier en uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat het handelen van verweerder niet heeft voldaan aan deze kwaliteitseisen.

5.5    Verweerder heeft het algemene beeld dat klager in zijn klachtbrief en ter zitting heeft geschetst, namelijk dat verweerder is tekortgeschoten, dat hij zich niet aan afspraken hield, dat hij de belangen van klager niet naar behoren heeft behartigd en dat hij zich niet professioneel heeft gedragen, niet kunnen wegnemen.

5.6    Verweerder heeft erkend dat hij soms wekenlang niet op zijn kantoor in [plaats] komt en dat er op dat kantoor bij zijn afwezigheid niemand aanwezig is. Verweerder heeft ook erkend dat er daardoor vertraging kan zijn bij de ontvangst van post.

5.7    Uit de stukken blijkt dat de Sociale Dienst van de Gemeente [plaats] zowel op 5 november 2013 als op 3 december 2013 de aanvraag voor een bijstandsuitkering door klager buiten behandeling heeft gesteld, primair omdat klager niet had voldaan aan zijn verplichting tot het verstrekken van inlichtingen, onder andere door geen bewijsstukken van zijn bankrekeningen te overleggen, waardoor de Gemeente niet in staat was het recht op bijstand vast te stellen. In de beschikking van 3 december 2013 is de aanvraag subsidiair afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld dat klager werkelijk woonachtig was op het door hem opgegeven adres.

5.8    Uit de stukken blijkt voorts dat in de door verweerder namens klager opgestelde bezwaarschriften d.d. 17 december 2013 en 17 januari 2014 in het geheel niet is ingegaan op deze door de gemeente aangevoerde afwijzingsgronden. In de beslissing op bezwaar d.d. 29 augustus 2014 is overwogen dat nog steeds niet was voldaan aan de verplichting tot het verstrekken van inlichtingen.

5.9    De raad is van oordeel dat van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat in een dergelijke procedure verwacht mag worden dat hij in de procedure in bezwaar ingaat op de gronden die blijkens de beschikking waartegen bezwaar is gemaakt, tot afwijzing hebben geleid. Verweerder had klager er derhalve op moeten wijzen dat hij bankafschriften moest overleggen, dat hij de informatie moest verstrekken die de Gemeente nodig had om zijn recht op bijstand vast te stellen en dat hij moest voldoen aan de op klager rustende inlichtingenplicht met betrekking tot zijn woonsituatie. Op geen enkele wijze is gebleken dat verweerder dat heeft gedaan. De raad concludeert dan ook dat het werk van verweerder in de bezwaarschriftprocedures niet heeft voldaan aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt.

5.10    Voorts is gebleken dat klager grote moeite had om verweerder te bereiken. Verweerder heeft ter zitting erkend dat hij soms wekenlang niet op zijn kantoor in [plaats] komt en dat er op dat kantoor bij zijn afwezigheid niemand aanwezig is. Verweerder heeft ook erkend dat er daardoor vertraging kan zijn bij het ontvangen van post. Bij de stukken bevinden zich verschillende e-mails van klager aan verweerder waarin klager aangeeft dat hij graag een afspraak of contact wil met verweerder en waarin klager aangeeft tevergeefs langs te zijn geweest op het kantoor van verweerder. Verweerder heeft ook verschillende e-mails aan klager gestuurd waarin verweerder stelt dat hij klager niet kan bereiken. In deze e-mails wordt door verweerder echter op geen enkele wijze op een concrete manier aangegeven wanneer klager hem zou kunnen bereiken of wanneer verweerder zelf contact zou opnemen met klager. Van een advocaat mag verwacht worden dat hij hierover helder communiceert met zijn cliënt. Ook hierin is verweerder derhalve tekortgeschoten.

5.11    Tot slot wijst de raad op de geluidsopname van het telefoongesprek tussen klager en verweerder, die klager ter zitting heeft laten horen. Verweerder heeft ter zitting erkend dat dit een opname van een telefoongesprek tussen hem en klager betrof. Door de wijze waarop verweerder in dit telefoongesprek tegen klager tekeer is gegaan heeft verweerder in ernstige mate in strijd gehandeld met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

5.12    De raad is dan ook van oordeel dat verweerder in de uitvoering van zijn opdracht tekortgeschoten is en acht dit tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar. De klacht is derhalve gegrond.

6    MAATREGEL

6.1    De raad is van oordeel dat, gelet op de ernst van de overtreding, de maatregel van berisping passend en geboden is.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond in beide onderdelen en legt aan verweerder ter zake een berisping op.

Aldus gewezen door: mr. R.A. Steenbergen, voorzitter, mrs. H. Dulack, K.F. Leenhouts, R.P.F. van der Mark en A.S. Zweerman – Oude Breuil, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van  9 november 2015.

griffier    voorzitter